Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
de heffingsambtenaar] op het betaalde griffierecht van € 45,- aan eiser [
belanghebbende] te vergoeden;
2.Feiten
gemachtigde]: er is geen sprake van een zolder. Hierdoor wordt een bedrag van € 8.000 meegenomen, dat is niet correct.
waarde] vermelden. Wij vinden het op basis van opslagruimte functioneel. Sommige mensen vinden dat belangrijk. Het genereert waarde en daarom passen wij die waarde toe.
gemachtigde]: een plat dak geeft meer onderhoud dan een puntdak. Je kunt er niet staan en het heeft geen draagvermogen.
gemachtigde]: verweerder is er niet geweest.
gemachtigde]: mijn vader [belanghebbende] mag uitspreken of u op zolder bent geweest.
belanghebbende]: u bent niet op zolder geweest.
3.Geschil in hoger beroep
4.Beoordeling van het geschil
beroepsmatigrechtsbijstandverlener. De gemachtigde van belanghebbende heeft in dit verband geloofwaardig en onbetwist ter zitting bij het Hof verklaard dat hij in 2011 is begonnen als rechtsbijstandverlener met vijf of zes klanten, dat de groei rustig is verlopen en dat hij thans tussen de twintig en dertig klanten heeft. Voorts heeft het Hof vastgesteld – dat is ter zitting aan de heffingsambtenaar meegedeeld – dat de gemachtigde bekend is bij het Hof als rechtsbijstandverlener in een aantal andere hogere beroepsprocedures. Nu de heffingsambtenaar het vorenstaande niet heeft betwist, behoeft het beroepsmatige karakter van de door de gemachtigde verleende rechtsbijstand – anders dan de heffingsambtenaar heeft betoogd – naar het oordeel van het Hof geen nadere (concrete) onderbouwing met facturen en dergelijke. Het hoger beroep slaagt in zoverre.