Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het beklag
[beklaagde](hierna: beklaagde) ter zake van bedreiging.
2.Het verslag van de advocaat-generaal
toe te wijzen.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 20 december 2017 uitspraak gedaan in een beklagprocedure met rekestnummer K17/230166. Het beklag was ingediend door een conducteur van de NS, die aangifte had gedaan van bedreiging door de beklaagde op het perron van station Amsterdam Centraal. De conducteur probeerde de beklaagde, die ruzie had met een ander, te kalmeren, maar werd vervolgens bedreigd. Het hof heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder het klaagschrift en het verslag van de advocaat-generaal, en heeft de zaak behandeld in raadkamer. Zowel de klager als de beklaagde zijn niet verschenen, maar de advocaat-generaal was wel aanwezig.
Het hof heeft beoordeeld of er voldoende grond is voor strafvervolging. Het hof stelt vast dat functionarissen in het publieke domein, zoals conducteurs, bescherming verdienen tegen strafbare feiten. De verklaringen van getuigen en de aangifte van de conducteur wijzen op agressief gedrag van de beklaagde, die met gebalde vuist dreigde en schold. Het hof concludeert dat er voldoende aanwijzingen zijn dat de beklaagde zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging, wat kan leiden tot een veroordeling door de strafrechter.
Daarom heeft het hof besloten om de officier van justitie te bevelen de beklaagde te vervolgen ter zake van de bedreiging. Deze beschikking is gegeven op 19 december 2017 en is ondertekend door de voorzitter en de griffier. Er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beschikking.