2.1.Het Gerechtshof 's-Gravenhage heeft de volgende, in cassatie niet betwiste feiten, vastgesteld:
1. Eiser drijft met zijn echtgenote in maatschapsverband een akkerbouwonderneming op in totaal 85 hectare grond.
2. In april 2000 is er door of namens eiser contact geweest met projectontwikkelaar [naam] in verband met de aankoop en ontwikkeling van een deel van eisers akkerbouwgrond. Het ging hierbij om een stuk land van circa 18 hectare gelegen aan de [adres] . In dat verband wordt in de brief van 19 april 2000 van eiser aan de gemachtigde een prijs vermeld van fl. 15 á fl. 20 per m2.
3. In mei 2000 is er door of namens eiser contact geweest met [naam] in verband met de ontwikkeling en overdracht van een deel van de akkerbouwgrond ter grootte van circa 16 hectare, resulterend in een (niet-ondertekende) conceptovereenkomst. In een brief van 29 augustus 2000 van de gemachtigde van eiser is vermeld dat [naam] zich nogmaals tot eiser had gericht voor het ondertekenen van de conceptovereenkomst.
4. In zijn reactie van 13 april 2010 op het tot de gedingstukken behorende hoorverslag heeft de gemachtigde geschreven dat eiser hem in maart 2001 had gemeld dat er in januari 2001 grond was verkocht voor fl. 28 per m2.
5. Op 21 februari 2003 schrijft [zoon] , zoon van eiser, aan de gemachtigde:
"Uit betrouwbare bron hebben wij vernomen dat er al een notitie ligt waaruit blijkt dat men binnen de nieuwe ringweg N2l7 ook een bestemmingswijziging wil bewerkstelligen, maar dan voor de woningbouw. Met de opbrengsten van de woningbouw kan men de aanleg van de weg financieren".
6. Op 7 juni 2004 bericht [zoon] aan de gemachtigde:
"Zoals afgesproken heb ik onderzocht hoe "warm" het betreffende perceel is. De heer [naam] van kantoor [naam] geeft aan dat ondanks de termijn die de gemeente [naam] noemt, geen bestemmingswijziging voor 2010, er nu al concrete belangstelling is van projectontwikkelaars, die weliswaar niet de hoofdprijs willen bieden, maar wel de agrarische waarde met een toeslag. Deze zienswijze onderschrijven wij zelf ook. Het lijkt ons dan ook het verstandigst dat de grond zo snel mogelijk wordt overgedragen aan de kinderen tegen de agrarische waarde. Agrarische waarde bedraagt momenteel +/- EUR 3,50 per m2."
7. Op 5 juli 2004 doet eiser een verzoek voor minnelijke taxatie van een deel van de akkerbouwgrond van 18.13.34 hectare (het perceel) in het kader van een overdracht dan wel schenking aan zijn zoons.
8. In verband met dit verzoek wordt door verweerder een formulier 'Overeenkomst
gezamenlijke taxatie onroerende zaak' (de overeenkomst) aan eiser toegezonden. Het is ingevuld en met dagtekening 12 augustus 2004 door de accountant van eiser ondertekend retour gezonden. Het formulier bevat onder andere de volgende vragen en antwoorden:
"2. Gegevens exploitatie
2a. Zijn er in het verleden besprekingen gevoerd betreffende een eventuele verkoop, verhuur of
andere vorm van exploitatie van de onroerende zaak? Nee.
(…)
6. Gegevens waarde
6a. Zijn er in het recente verleden biedingen uitgebracht? Nee.
6b. Zijn er op dit moment of in de nabije toekomst biedingen te verwachten? Nee.
(…)
Voorwaarden voor de taxatie
(…)
- De taxatie is ongeldig wanneer de reden van de waardebepaling niet of niet geheel is uitgevoerd binnen 3 maanden na dagtekening van het taxatierapport.
- Aan de taxatie wordt geen waarde toegekend als achteraf blijkt dat de bovenstaande vragen - al dan niet opzettelijk - onjuist of onvolledig zijn beantwoord en de taxatie tot een andere waarde van het object zou hebben geleid bij juiste beantwoording. Voor de vaststelling van de voor de Belastingdienst tot uitgangspunt te nemen waarde zal dan, indien nodig, een hertaxatie plaatsvinden door een taxateur van de Belastingdienst."
9. Het perceel is op 9 december 2004 door de taxateurs van verweerder en eiser gezamenlijk getaxeerd. In het hiervan opgestelde taxatierapport dat is gedagtekend op respectievelijk 17 en 22 december 2004, is onder andere het volgende vermeld:
"4. Omschrijving
(…)
De bestemming van de percelen is agrarisch. Er is een startnotitie waarin de ontwikkelingsvisie wordt beschreven voor een ontsluitingsweg [naam] ten behoeve van de ontsluiting van [plaats] naar de N217/Rijksweg A29.
(…)
6. Waarde
Ondergetekenden kennen aan de onderhavige objecten, rekening houdend met aard, kwaliteit, ligging, gebruik, gebruiksmogelijkheden en bestemming, per opname datum een waarde toe als volgt:
Vrije waarde economisch verkeer agrarische bestemming (WEVAB) € 725.000 (zegge: (…)
Vrije waarde economisch verkeer (WEV) € 735.000 (zegge: (…)
Verpachte waarde, ( ... ) € 362.000 (zegge: (…)."
10. In december 2004 verkopen eiser en zijn echtgenote het perceel aan hun zoons [namen] (de kinderen). Het perceel is bij akte van levering van 11 april 2005, waarin een koopprijs van € 735.000 is opgenomen, geleverd. Bij akte van wijziging van 10 oktober 2005, is als koopprijs een bedrag van € 362.000 opgenomen onder voorbehoud van pacht.
11. Vervolgens wordt op 10 oktober 2005 het perceel door de kinderen verkocht aan Landbouwbedrijf [G] BV (de BV) voor een prijs van € 362.000, onder de verplichting voor de BV tot nabetaling aan de kinderen van de meerwaarde boven € 362.000 bij doorverkoop binnen een periode van twintig jaar. De aandelen van de BV worden op dat moment gehouden door eiser en zijn echtgenote.
12. Op 9 januari 2006 bericht een van de kinderen van eiser aan de gemachtigde dat in het onderhandelingstraject met de provincie Zuid-Holland inzake de onteigening prijzen door de provincie zijn genoemd van € 5 à € 6 per m2. In diezelfde brief wordt vermeld dat er halverwege 2005 een perceel grond op het tracé van de N217 is verkocht voor € 25 per m2.
13. Op 15 september 2006 wordt het perceel door de BV aan [B] verkocht voor een bedrag van € 6.307.440.
14. Eiser doet aangifte IB/PVV voor het jaar 2005 naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 12.420 [Hof: na giftenaftrek € 11.167] en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 6.624. Bij de aanslagregeling is verweerder als volgt afgeweken van de ingediende aangifte:
Aangegeven belastbaar inkomen uit werk en woning 12.420 [Hof: 11.167]
Meer winst overdracht perceel (1.813.340 -/- 362.000) x 60%)) 870.804
Lager bedrag aan ondernemingsaftrek 2.357
Minder giftenaftrek door hogere drempel 1.253
Vastgesteld belastbaar inkomen uit werk en woning 885.581
15. De aanslag premie Zfw is opgelegd naar de maximum premiegrondslag van € 21.050.
16. Het belastbare inkomen uit werk en woning is bij beschikking van 23 september 2011 verlaagd tot een bedrag van € 882.785."