Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
NJ2014/37).
NJ2017/32).
NJ2017/33).
- i) schade wegens niet-gerealiseerde verkoop van de whisky waardoor Simiramida haar financiële verplichtingen uit hoofde van een met een Amerikaans bedrijf, Gloriam LLC, gesloten overeenkomst op grond waarvan deze laatste gedurende een periode van drie jaar maandelijks 10.000 dozen van 12 flessen [merk whisky] aan Simiramida zou leveren niet heeft kunnen nakomen, Gloriam LCC deze bedoelde overeenkomst heeft opgezegd en aanspraak heeft gemaakt op boetes;
- ii) schade als gevolg van de beëindiging van de bankfaciliteit van Simiramida;
- iii) schade als gevolg van het terugtrekken van een viertal Bulgaarse afnemers;
- iv) (verdere) schade als gevolg van de omstandigheid dat Simiramida met het in de beslagen partij whisky geïnvesteerde bedrag geen winst heeft gemaakt en de opbrengst van die partij niet heeft kunnen aanwenden ten behoeve van haar verdere handel in [merk whisky] (rov. 3.16)
grief 7komt Simiramida nog op tegen de proceskostenveroordeling in eerste aanleg. Zij betoogt dat de rechtbank haar ten onrechte op de voet van artikel 1019h Rv heeft veroordeeld in de proceskosten. De vorderingen van Simiramida zijn uitsluitend gebaseerd op onrechtmatige daad, aldus Simiramida.