Uitspraak
gevestigd te Varna, Bulgarije,
gevestigd te Varna, Bulgarije,
gevestigd te Amsterdam,
1.Het geding
2.Het tweede geding in cassatie
4.Beslissing
10 mei 2019.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 mei 2019 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen de vennootschappen Simiramida-04 EOOD en WINE AND SPIRITS - MV EOOD, hierna gezamenlijk aangeduid als Simiramida c.s., en Diageo Brands B.V. De zaak betreft een geschil over onrechtmatige daad en conservatoir beslag dat ongegrond werd bevonden. De Hoge Raad verwijst naar eerdere arresten, waaronder het arrest van 8 juli 2016 (ECLI:NL:HR:2016:1431) en een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 17 oktober 2017. Simiramida c.s. hebben beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, waarop Diageo een verweerschrift heeft ingediend.
De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van Simiramida c.s. niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling nopen tot nadere motivering. De Hoge Raad veroordeelt Simiramida c.s. in de proceskosten in cassatie, waarbij Diageo aanspraak maakt op vergoeding van proceskosten op basis van artikel 1019h Rv. De Hoge Raad kent een bedrag toe dat overeenkomt met het toepasselijke tarief van de Indicatietarieven in IE-zaken 2017, en wijst de hogere kostenclaim van Diageo af.
De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtsontwikkeling op het gebied van het procesrecht en de beoordeling van onrechtmatige daad in combinatie met merkenrechtelijke kwesties. De beslissing benadrukt de noodzaak van een goede onderbouwing van proceskostenclaims in cassatieprocedures.