ECLI:NL:GHAMS:2017:3120
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aanmaningskosten navorderingsaanslag inkomstenbelasting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, waarin de aanmaningskosten voor een navorderingsaanslag inkomstenbelasting zijn gehandhaafd. De ontvanger van de Belastingdienst had aan de belanghebbende, kleinzoon van een ex-KNIL-militair, een aanmaning gestuurd wegens het niet tijdig betalen van de navorderingsaanslag. De rechtbank had het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarop hij in hoger beroep ging. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de aanmaningskosten terecht in rekening waren gebracht. De rechtbank had vastgesteld dat de belanghebbende als binnenlands belastingplichtige moest worden beschouwd en dat de ontvanger de aanmaningskosten terecht had opgelegd. De belanghebbende voerde aan dat het Rijksverzorgingsbeleid voor Ambonezen op hem van toepassing zou moeten zijn, maar het Hof oordeelde dat dit niet relevant was voor de aanmaningskosten. Het Hof concludeerde dat de ontvanger geen onterecht handelen had gepleegd en dat de aanmaningskosten rechtmatig waren. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en het hoger beroep werd ongegrond verklaard.