Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
- de uitspraken op bezwaar vernietigd;
- de navorderingsaanslagen over de jaren 2004, 2005 en 2006 in zoverre verminderd dat de belastbare inkomens uit aanmerkelijk belang worden vastgesteld op respectievelijk € 191.373, € 85.150 en € 13.151;
- de vergrijpboetes verminderd tot 45% van de nagevorderde belasting;
- de inspecteur veroordeeld in de proceskosten tot een bedrag van € 436 en hem opgedragen het betaalde griffierecht van € 42 aan belanghebbende te vergoeden.
2.Loop van het geding na verwijzing
3.Tussen partijen vaststaande feiten
Bouw B.V. - die op 11 april 2007 failliet is verklaard - verrichtte in de jaren 2004, 2005 en 2006 regelmatig werkzaamheden voor [H] en diens besloten vennootschap, [H B.V.] (hierna tezamen en afzonderlijk: H).
4.De rechtsoverwegingen in het verwijzingsarrest
5.Geschil in hoger beroep na verwijzing
6.Beoordeling van het geschil
- een offerte betreffende de [A-straat] 68 te [plaats] (productie 1 bij de brief van 12 april 2013 gezonden aan de inspecteur nadat de zitting bij de rechtbank had plaatsgevonden);
- een offerte betreffende de [B-straat] 14 te [plaats] (productie 2);
- een offerte (handgeschreven) betreffende de [C-straat] 38 (productie 3);
- een offerte betreffende de [D-straat] 7 te [plaats] (productie 4);
- een zogenoemd 10-dagenstuk, gedagtekend 13 januari 2014, met 16 producties.
- a) De kosten zijn niet zijn betaald. Offertes bewijzen niet daadwerkelijke betaling.
- b) De hoogte van de geoffreerde kosten is onjuist, want te hoog. Het is van algemene bekendheid dat zwart werk goedkoper is dan wit werk.
- c) Zelfs als de kosten betaald zouden zijn, is niet aannemelijk dat zij zwart c.q. door belanghebbende betaald zijn. Veeleer is aannemelijk dat zij ten laste zijn gekomen van Bouw BV. De inspecteur wijst onder meer op het volgende. Enerzijds heeft belanghebbende gesteld dat hij ten minste 10% winst op een project maakt, maar verschillende in de BV verantwoorde projecten tonen een verlies. Dat geeft aanleiding voor de veronderstelling dat de BV een deel van de zwarte kosten voor haar rekening heeft genomen. Het is niet na te gaan of al het materiaal dat de BV heeft ingekocht ook inderdaad voor de witte projecten van de BV is gebruikt. Hij wijst er op dat in de berekening van de fiscale winst over de jaren 2004-2006 van de BV een aanzienlijk hogere post ‘andere kosten’ is opgenomen dan in de jaren 2001-2003.