ECLI:NL:GHAMS:2016:4132
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om schadevergoeding wegens gelijktijdige inverzekeringstelling en invrijheidstelling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 14 oktober 2016 uitspraak gedaan in een verzoekschrift tot schadevergoeding van een verdachte die in verzekering was gesteld. De verdachte, geboren in Pakistan, had verzocht om een vergoeding van € 210,00 voor twee dagen verblijf op het politiebureau. Tijdens de behandeling van het verzoek op 16 september 2016 was de verdachte niet verschenen, hoewel hij behoorlijk was opgeroepen. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 12 december 2012 in verzekering was gesteld op verdenking van een strafbaar feit en op dezelfde dag weer in vrijheid was gesteld. De strafzaak is zonder oplegging van straf of maatregel geëindigd. Het hof heeft in eerdere rechtspraak overwogen dat de dag van inverzekeringstelling als een volle dag wordt gerekend, maar dat de dag van invrijheidstelling buiten beschouwing blijft bij de berekening van de vergoeding.
Aangezien de dag van invrijheidstelling samenvalt met de dag van inverzekeringstelling, heeft het hof geoordeeld dat de verzochte schadevergoeding niet kan worden toegewezen. De beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof en is ondertekend door de voorzitter en de griffier. De beslissing om het verzoek af te wijzen is op de openbare zitting van 14 oktober 2016 uitgesproken.