Uitspraak
1985,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 14 september 2016 in raadkamer een verzoek behandeld tot opheffing of schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte, geboren in Polen in 1985. Het verzoekschrift was op 31 augustus 2016 ingediend en volgde op een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 19 augustus 2016, waarin de verdachte was veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden voor diefstal door middel van braak, met aftrek van voorarrest. Tijdens de behandeling in raadkamer zijn de advocaat-generaal, de verdachte en diens raadsvrouw, mr. B.G.M.C. Peters, gehoord. De raadsvrouw betoogde dat de opgelegde straf te hoog was en dat de persoonlijke omstandigheden van de verdachte onvoldoende waren meegewogen door de rechtbank. De verdachte had geen intentie om te stelen en toonde spijt voor zijn daden. De raadsvrouw stelde dat de strafvorderlijke belangen niet opwogen tegen de persoonlijke belangen van de verdachte, en vroeg om schorsing van de voorlopige hechtenis.
De advocaat-generaal verzet zich echter tegen de opheffing of schorsing van de voorlopige hechtenis. Het hof oordeelde dat er ernstige bezwaren waren tegen de verdachte, en dat er geen omstandigheden waren die een schorsing van de voorlopige hechtenis rechtvaardigden. Het hof wees erop dat vluchtgevaar niet alleen bestaat uit de vrees dat de verdachte zich aan de berechting zal onttrekken, maar ook dat hij zich aan de tenuitvoerlegging van een eventuele vrijheidsstraf zal onttrekken. Gezien de mogelijkheid dat de opgelegde straf minder dan vier maanden zou zijn, achtte het hof het aannemelijk dat de verdachte zich aan de tenuitvoerlegging zou onttrekken. Daarom werd het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen.
De beslissing van het hof was om het verzoek tot opheffing en schorsing van de voorlopige hechtenis af te wijzen. Deze beschikking werd gegeven in raadkamer op 14 september 2016 door de voorzitter en twee raadsheren, in aanwezigheid van de griffier. De advocaat-generaal bracht de beschikking ter kennis van de verdachte.