ECLI:NL:GHAMS:2016:3953

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 september 2016
Publicatiedatum
30 september 2016
Zaaknummer
1550-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige hechtenis en recidivegevaar in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 14 september 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in 1971 en thans verblijvende in het huis van bewaring PI Noord Holland Noord - HvB Zwaag, had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 29 augustus 2016, die een bevel tot zijn gevangenhouding inhield. Het hof heeft kennisgenomen van de akte van de griffier van de rechtbank, de beschikking waarvan beroep, en de stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis. Tijdens de zitting heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. C.J. den Blanken, gehoord.

Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bevestigd voor zover deze aan het oordeel van het hof was onderworpen. Het hof oordeelde dat er geen omstandigheden aanwezig waren die een schorsing van de voorlopige hechtenis rechtvaardigden, zoals bedoeld in artikel 67a, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering. Het hof wees op de voorgeschiedenis tussen de verdachte en de aangeefster, en de omstandigheden waaronder het feit was gepleegd. Daarnaast werd opgemerkt dat er bij de verdachte sprake was van persoonlijkheidsproblematiek, waarvoor een rapportage was aangevraagd. Aangezien deze rapportage nog niet gereed was, kon het hof het recidivegevaar niet inschatten en was het niet mogelijk om te bepalen of schorsingsvoorwaarden voldoende zouden zijn om het recidivegevaar in te perken.

Uiteindelijk heeft het hof het beroep tegen de bestreden beschikking afgewezen, evenals het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis. Deze beslissing werd genomen in raadkamer door de voorzitter mr. M. Iedema en de raadsheren mrs. M.J.G.B. Heutink en J.L. Bruinsma, in aanwezigheid van griffier mr. A.F. van der Heide.

Uitspraak

13-684376-16
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1971,
wonende te [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring PI Noord Holland Noord - HvB Zwaag te Zwaag,
tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 29 augustus 2016, voor zover houdende bevel tot zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Amsterdam van 30 augustus 2016, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. C.J. den Blanken.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en de gronden waarop deze berust.
Gelet op de voorgeschiedenis tussen de verdachte en aangeefster en de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd, is het hof van oordeel dat een omstandigheid als bedoeld in artikel 67a, derde lid, Sv zich thans niet voordoet.
Ten aanzien van het recidivegevaar overweegt het hof dat er bij de verdachte kennelijk sprake is van persoonlijkheidsproblematiek. Om die reden is opdracht gegeven voor een rapportage.
Nu deze rapportage nog niet gereed is kan niet worden ingeschat hoe groot het recidivegevaar is en of dit afdoende kan worden ingeperkt door schorsingsvoorwaarden. Gelet op het voorgaande acht het hof schorsing van de voorlopige hechtenis niet aangewezen.
13-684376-16

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
WIJST AF het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Deze beschikking is gegeven op 14 september 2016 in raadkamer van dit hof door
mr. M. Iedema, voorzitter,
mrs. M.J.G.B. Heutink en J.L. Bruinsma, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A.F. van der Heide als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 14 september 2016,
de advocaat-generaal