ECLI:NL:GHAMS:2016:3952
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot schorsing van voorlopige hechtenis wegens recidivegevaar
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 14 september 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in 1984 en thans verblijvende in het huis van bewaring te Zwaag, had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 29 augustus 2016, waarin zijn gevangenhouding was bevolen. Het hof heeft kennisgenomen van de akte van de griffier van de rechtbank en de stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis. Tijdens de zitting heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. S. Ettalhaoui, gehoord.
Het hof heeft de beschikking waarvan beroep in zijn geheel overgenomen en is van oordeel dat er onvoldoende mogelijkheden zijn om het recidivegevaar, zoals door de rechtbank geformuleerd, te beperken. Daarom heeft het hof het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen. De beslissing van het hof houdt in dat het beroep tegen de bestreden beschikking wordt afgewezen, evenals het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis. Deze beschikking is gegeven in raadkamer en is ter kennis gebracht van de verdachte door de advocaat-generaal.