ECLI:NL:GHAMS:2016:3809
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aanslag inkomstenbelasting 2010 en de vereiste aangifte
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, die het beroep tegen de aanslag inkomstenbelasting (IB) 2010 ongegrond verklaarde. De inspecteur had op 5 januari 2013 een aanslag opgelegd aan belanghebbende, die niet de vereiste aangifte had gedaan. Belanghebbende had wel digitale aangiften ingediend, maar deze werden niet als geldig aangemerkt. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur de aanslag terecht had gehandhaafd, omdat belanghebbende niet overtuigend had aangetoond dat de aanslag te hoog was vastgesteld. Het Hof bevestigt deze uitspraak en oordeelt dat de inspecteur bij het vaststellen van de aanslag een redelijke schatting heeft gemaakt op basis van de door belanghebbende verstrekte gegevens. Belanghebbende heeft in hoger beroep geen nieuwe argumenten aangedragen die de eerdere beslissing van de rechtbank zouden kunnen ondermijnen. Het Hof concludeert dat het hoger beroep ongegrond is en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.