ECLI:NL:GHAMS:2016:3571
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van effectenleaseovereenkomsten op grond van artikel 1:88 en 1:89 BW en de rol van de echtgenoot in het procesrecht
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 30 augustus 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vernietiging van effectenleaseovereenkomsten. De appellant, vertegenwoordigd door mr. J.B. Maliepaard, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam, waarin Dexia Nederland B.V. als gedaagde was aangemerkt. De echtgenote van de appellant heeft de nietigheid van de leaseovereenkomsten ingeroepen op basis van artikel 1:89 BW, omdat zij geen schriftelijke toestemming had gegeven voor het aangaan van deze overeenkomsten. Het hof heeft vastgesteld dat de vernietigingsverklaring een eenzijdige rechtshandeling is, die enkel door de echtgenote kan worden ingeroepen. De procedure heeft geleid tot een bewijsopdracht aan de appellant, waarbij getuigen zijn gehoord. Het hof heeft geoordeeld dat de appellant in zijn tegenbewijs is geslaagd en dat Dexia niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar stelling dat de echtgenote eerder op de hoogte was van de leaseovereenkomsten. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd, met uitzondering van de proceskostenveroordeling, en heeft Dexia veroordeeld tot terugbetaling van de door de appellant betaalde bedragen, vermeerderd met wettelijke rente. De kosten van het geding zijn ook aan Dexia opgelegd, en de veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad.