[X] heeft, voor zover van belang, het volgende verklaard:
“(…)
Ik ben in 1973 getrouwd. Wij hebben toen aanvankelijk gewoond in een huis dat op naam van mijn vrouw en mij stond en ons eigendom was. Dat huis is op een zeker moment verkocht en ik ben toen op mijn eigen naam een bedrijf begonnen. In die tijd woonden wij in een huurhuis. Er was wel een winkeltje waar mijn vrouw wat hand- en spandiensten verrichte, maar met de financiën heeft zij zich nooit beziggehouden. Wij hebben vervolgens een huis gebouwd op een perceel grond dat eigendom van mijn ouders was. Die grond staat vermoedelijk op mijn naam en het huis staat daarop, wij zijn daar nooit voor naar de notaris gegaan, behalve in het kader van de erfenis in verband met de grond. Wij hebben voor dat huis geen geld van een bank hoeven lenen. Er is geld van de familie aan beide kanten ingestoken. Mijn vrouw wist van het geld van haar kant van de familie, maar inhoudelijk heeft zij zich daar niet mee bemoeid. Dat huis hebben wij in november 2000 betrokken.
Mijn vrouw heeft tijdens ons huwelijk nooit gewerkt. Zij had een eigen rekening, die stond eerst op haar naam en die is minstens vijf of zes jaar geleden een en/of-rekening geworden. Op die rekening kwam eigenlijk alleen de kinderbijslag binnen. Voor de normale huishoudelijke uitgaven gaf ik mijn vrouw huishoudgeld. Als er grotere aankopen gedaan moesten worden, bijvoorbeeld een nieuwe wasmachine, dan gaf mijn vrouw aan welke machine ze wilde en dan betaalde ik via mijn rekening. Ook de studie van de kinderen betaalde ik. Er was altijd voldoende geld, wij hadden weinig bijzondere uitgaven. Onze taakverdeling was zo dat ik de financiën geheel regelde en dat ik mijn vrouw daar niet mee lastig viel. Ook over pensioen hebben wij nooit samen gesproken. Afgezien van de aandelenleasecontracten die hier aan de orde zijn had ik via Aegon een pensioenvoorziening en had ik een aandelenconstructie bij Koerskompas. Ook over die beleggingen had ik met mijn vrouw geen overleg. De Dexia-contracten heb ik gesloten naar aanleiding van een advertentie in de krant, ik heb daarover niet met mijn vrouw overlegd. Op een gegeven moment kwamen er papieren die getekend moesten worden, dat waren contracten. Die heb ik ondertekend en teruggestuurd zonder daarover met mijn vrouw te overleggen. Vervolgens heb ik op enig moment in het kader van het Dexia-aanbod een brief gekregen. Die heb ik toen getekend en teruggestuurd, maar daarna kreeg ik te horen dat mijn vrouw mee moest tekenen. Toen heb ik gemakshalve ook namens mijn vrouw getekend, zonder dat met haar te overleggen. Er was zojuist enige verwarring over wat ik nu precies namens mijn vrouw getekend heb, maar nu wij daarover doorpraten weet ik zeker dat het alleen dit Dexia-aanbod is geweest waar dit bij gebeurd is.
Op een zeker moment, volgens mij is dat in 2004 geweest, ben ik na mijn werk naar mevrouw Van den heuvel van Leaseproces geweest, in een kantoor in het westen van Rotterdam. Ik weet geen adres en ik weet de datum ook niet meer, maar toen ik thuiskwam heb ik mijn vrouw verteld over de Dexia-contracten die ik had afgesloten. Zij reageerde daar heel laconiek op, ze was niet boos op mij.
Nog weer later is er van Leaseproces een brief gekomen die mijn vrouw en ik hebben getekend en opgestuurd naar Dexia. Dat was ter bevestiging van het bezwaar tegen de contracten. U toont mij productie 35, een brief van 28 juni 2005, dat is de brief die ik bedoel. Ik herken daaronder mijn handtekening, maar ik twijfel over de handtekening van mijn vrouw, normaliter ziet haar handtekening er anders uit. Ik heb die handtekening echter niet vervalst. U vraagt mij of ik mijn vrouw uitleg heb gegeven over de betekenis van die brief van 28 juni 2005. Dat betwijfel ik, zij interesseerde zich daarvoor niet. Het verbaast mij niet dat zij zojuist heeft verklaard dat zij aan het ondertekenen van die brief geen herinnering heeft en evenmin aan het doel ervan.
Voor wat betreft de post werkt het bij ons zo dat ik alle post openmaak die aan mij geadresseerd is en mijn vrouw de post die aan haar geadresseerd is. De en/of-rekening waarvan de Dexia-contracten zijn betaald vermeldde mijn naam als eerste en die post maakte ik dus open. Er zijn in de loop van de jaren ook wel brieven van Dexia geweest en die maakte ik ook open, mijn vrouw bemoeide zich daar helemaal niet mee.
Op vragen van mr. Cornegoor zeg ik dat ik voor 2005 in mijn herinnering niet naar het programma Radar heb gekeken.
Ik weet dat er volgens Dexia gebeld is in november 2000. Ik heb gezocht naar een verklaring, want mijn vrouw en ik hebben dat telefoongesprek niet gevoerd. Het kan zijn dat mijn dochter van destijds 15 jaar, die na school, in de middag, thuis was, een keer de telefoon heeft opgenomen. Mijn dochter herinnert zich overigens een dergelijk gesprek niet. Ik vind het ook vreemd dat Dexia niet nog eens heeft teruggebeld. Mr. Cornegoor zegt mij dat volgens de administratie van Dexia in de periode van 1997 tot 2005 38 telefoongesprekken door Dexia met mij zijn gevoerd. Ik herinner mij geen enkel gesprek met Dexia over de telefoon. In het huis waar ik sinds 2001 woon is een telefoonaansluiting beneden en één boven. Normaal gesproken nam ik de telefoon beneden aan.
Mr. Cornegoor vraagt mij, naar aanleiding van gegevens in zijn dossier die afkomstig zijn van de weergave van de telefoongesprekken of ik een beleggingsrekening bij de Postbank heb gehad. Ik heb inderdaad zo’n rekening gehad, voor het jaar 2000, ik heb die beleggingen verzilverd in verband met de bouw van het huis.
De bedragen die ik heb besteed aan de Dexia-contracten kwamen voor een groot deel uit de voorschotten op de erfenis van mijn schoonvader. Ik heb daarover niet met mijn vrouw overlegd en ook niet over de ongeveer € 15.000,00 die op een zeker moment als positief resultaat op mijn rekening werd bijgeschreven, dat geld is weer besteed aan volgende Dexia-contracten.