Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
2 februari 2016 verwijst het hof naar de tussenbeslissing.
2.Stukken van het geding
3.Feiten
€ 23.488,-.
5.Standpunt van de notaris
6.Beoordeling
€ 11.997,- bedragen in totaal € 59.985,- en niet € 59.885,-). De klacht van klager miskent dat de nalatenschap van de vader nog niet was verdeeld op het moment van overlijden van de moeder en de hieruit voorvloeiende vorderingen van de kinderen op de moeder bij de berekening van het saldo van haar nalatenschap derhalve als passiefpost in aanmerking dienden te worden genomen. Uit dien hoofde zijn de bedragen van € 11.997,- per kind terecht als schulden van de nalatenschap van de moeder aangemerkt, en is de gerechtigdheid van klager in de nalatenschap van zijn moeder juist berekend. Het voorgaande betekent dat de klacht van klager ongegrond is.