In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 9 augustus 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1996, had een Fiat 500 als leenauto ontvangen van [bedrijfsnaam 1] Autoverhuur terwijl zijn eigen auto ter reparatie was. De verdachte heeft de leenauto niet tijdig geretourneerd na het verwoesten van zijn eigen auto door brand op 4 juli 2015. Ondanks dat de verdachte op 6 juli 2015 werd geïnformeerd dat hij de leenauto moest terugbrengen, heeft hij dit nagelaten. Het hof oordeelt dat de verdachte zich de auto wederrechtelijk heeft toegeëigend, omdat hij vanaf 10 juli 2015 als heer en meester over de leenauto is gaan beschikken. De verdachte heeft niet gereageerd op herhaalde verzoeken van het schadebedrijf om de auto terug te geven. Het hof heeft de verweren van de raadsman verworpen en acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verduistering. De verdachte is eerder veroordeeld voor gekwalificeerde diefstal, wat meeweegt in de strafoplegging. Het hof heeft de straf bepaald op een gevangenisstraf van 1 dag en een taakstraf van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis.