Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
[de kandidaat-notaris] tegen klager ongegrond verklaard.
Het hof heeft de brief (van 11 april 2016) buiten beschouwing gelaten omdat dit stuk is aangemerkt als een repliek, waarvoor geen toestemming is gegeven. Het hof heeft wel kennisgenomen van de bij deze brief gevoegde nadere producties (producties 1 tot en met 3) die tijdig zijn ingediend.
[de kandidaat-notaris] ontvangen.
3.Feiten
[oud-notaris] een notarispraktijk gevoerd in [plaats] . [de kandidaat-notaris] was als kandidaat-notaris werkzaam op dit notariskantoor. In 2010 heeft [oud-notaris] ook de resterende aandelen in [notarispraktijk] aan [de kandidaat-notaris] verkocht en geleverd.
4.Standpunt van klager
[de kandidaat-notaris] was dus sindsdien zeer wel ervan op de hoogte en/of kon sindsdien zeer wel ervan op de hoogte zijn dat zijn wijze van offreren in strijd was en (nog steeds) is met (inmiddels vaste) rechtspraak van het hof.
€ 120,- voor een testament (inclusief btw en kosten voor inschrijving van het testament bij het Centraal testamentenregister). In de kleine lettertjes onderaan de offerte staat echter dat het testament slechts zes clausules mag bevatten en dat per extra clausule een aanvullend tarief in rekening wordt gebracht, zonder deze meerwerkkosten voor extra clausules in de offerte te noemen. In de notariële praktijk van klager komt het vrijwel nooit voor dat het bij een testament van zes clausules blijft.
€ 231,75 voor een gedeeltelijk royement (inclusief BTW en kadaster- en aflossingskosten). In verhouding met zijn basistarief voor een akte van levering van € 188,84 (exclusief BTW) is dit extreem. Het is een aloude truc in het notariaat die [de kandidaat-notaris] hier ook toepast, namelijk lage instaptarieven bij de koper in rekening brengen en het verschil terughalen bij de verkoper.
5.Standpunt van [de kandidaat-notaris]
6.Beoordeling
[de kandidaat-notaris] opnieuw in volle omvang ter beoordeling aan het hof voor.
[de kandidaat-notaris] over het geheel genomen voldoet aan de tuchtrechtelijke norm zoals hiervoor weergegeven in rechtsoverweging 6.2. Alleen wat betreft de in de offertes gegeven rekenvoorbeelden voldoen de offertes van [de kandidaat-notaris] nog niet volledig aan de norm. Onvoldoende is aangetoond dat voor alle veelvoorkomende situaties rekenvoorbeelden zijn gegeven. In de offertes waarin het KIK-tarief door [de kandidaat-notaris] als basistarief is geoffreerd, behoort een rekenvoorbeeld voor een niet-KIK-geval, dat immers veel voorkomt, te worden gegeven. Waar het basistarief voor een testament voorziet in een testament met slechts zes clausules, zullen eveneens rekenvoorbeelden gegeven moeten worden voor veelvoorkomende gevallen. In zoverre is subonderdeel 1.1 gegrond.
[de kandidaat-notaris] dit ook redelijkerwijs uit het klaagschrift moeten begrijpen. Het hof gaat daar dus vanuit. Dit betekent dat klager de klacht ook op dit subonderdeel tijdig heeft ingediend. Voor zijn beoordeling verwijst het hof naar hetgeen is overwogen hiervoor in rechtsoverweging 6.4. Het bedrag van € 20,- aan kosten leges kadaster per royement is duidelijk in de offertes aangegeven. Het toepassen van een vast tarief voor deze kosten is voorts toelaatbaar. De hoogte van het tarief is bovendien niet zodanig excessief dat het tarief in strijd komt met wat een notaris in dit opzicht betaamt. Het subonderdeel is ongegrond.
belanghebbendeals bedoeld in artikel 99 (geldend tot 1 januari 2013) Wna is uitgangspunt dat ook een collega-notaris bij voldoende eigen belang een klacht kan indienen. De enkele omstandigheid dat een notaris belang heeft bij het goed functioneren van het notariaat in het algemeen, maakt hem niet tot belanghebbende bij het doen en laten van een individuele notaris. Het hof verwijst naar zijn beslissing van 16 november 2010 (ECLI:NL:GHAMS2010:BP2050). Per 1 januari 2013 geldt de gewijzigde tekst van artikel 99 lid 1 (nieuw) Wna die - voor zover van belang - luidt als volgt: