ECLI:NL:GHAMS:2016:2768
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WOZ-waarde van onroerende zaak en waardering in goede justitie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de heffingsambtenaar van de gemeente Aerdenhout tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, die de WOZ-waarde van een onroerende zaak had vastgesteld op € 2.450.000. De heffingsambtenaar had de waarde vastgesteld op € 3.077.000, maar de rechtbank oordeelde dat deze waarde te hoog was. De belanghebbende, die de onroerende zaak in eigendom had, had bezwaar gemaakt tegen de aanslag onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2013, die was gebaseerd op de door de heffingsambtenaar vastgestelde waarde. De rechtbank vernietigde de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar en verlaagde de WOZ-waarde. In hoger beroep stelde de heffingsambtenaar dat de onroerende zaak, die deels een bouwbestemming had, als bouwgrond gewaardeerd moest worden. De belanghebbende betoogde dat de waardering moest plaatsvinden op basis van het huidige gebruik als woonhuis met tuin. Het Hof oordeelde dat de heffingsambtenaar niet aannemelijk had gemaakt dat zijn waardering correct was en dat de door de rechtbank vastgestelde waarde juist was. Het Hof volgde de rechtbank in haar oordeel over de objectafbakening en de waardering in goede justitie. De slotsom was dat zowel het hoger beroep als het incidenteel hoger beroep ongegrond waren, en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd.