ECLI:NL:GHAMS:2016:2635
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen naheffingsaanslag BPM en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende, een vennootschap die voertuigen importeert en handelt, tegen een naheffingsaanslag BPM van de inspecteur van de Belastingdienst. De naheffingsaanslag, opgelegd op 21 juni 2010, betrof een bedrag van € 1.630 en was gebaseerd op extra opties en accessoires die door de inspecteur waren geconstateerd. Belanghebbende betwistte de hoogte van de netto catalogusprijs van het voertuig, een nieuwe Audi A5 Coupé, en voerde aan dat het motorrijtuig een 2.0 TFSI Pro Line S-uitvoering was, terwijl de inspecteur stelde dat het om een 2.0 TFSI uitvoering ging. De rechtbank had eerder het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard en de inspecteur veroordeeld tot betaling van € 1.000 schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. In hoger beroep heeft het Hof de uitspraak van de rechtbank vernietigd en geoordeeld dat de inspecteur de naheffingsaanslag terecht had opgelegd, maar dat de overschrijding van de redelijke termijn meer dan twee jaar bedroeg. Het Hof kende een hogere schadevergoeding toe van € 1.500 aan de inspecteur en € 1.000 aan de Minister van Veiligheid en Justitie. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd en het beroep van belanghebbende werd ongegrond verklaard.