Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
gemachtigde: mr. R.T. Derksen te Arnhem,
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
Door de verkiezing (…) van [D] , de daarmee gepaard gaande vertragingen in de onderhandelingen met het Directoraat-Generaal Cultuur van Suriname, zijn de voornemens tot de bouw van de Campus aldaar voorlopig uitgesteld.”
[Belanghebbende] is sinds 1966 als zelfstandig ondernemer werkzaam als industrieel ontwerper.
Hij houdt zich bijvoorbeeld bezig met het opzetten en ontwerpen van tentoonstellingen (…). Vervolgens heeft cliënt in 1999 het initiatief genomen om het internet in te zetten voor digitale ontsluiting van ons Cultureel Erfgoed (…).
Vanaf 2006/2007 heeft cliënt zich meer en meer gericht op projecten (…) in onder meer Afrika en de Russische Federatie. [Belanghebbende] heeft toen ook het idee opgevat om een bedrijfscomplex/studio te bouwen met de bedoeling deze als een centrum voor cultuur voor Midden en Zuid Amerika te ontwikkelen. Gezien de relatief hoge kosten van de studio aan de [a-straat] en de steeds meer geografische spreiding van de activiteiten lag het voor de hand dat [belanghebbende] zelf het initiatief tot ontwikkeling en aanschaf van een nieuw bedrijfspand zou nemen. Voor de volledigheid laat ik u weten dat de financiering van [het] project is gedekt. (…)
Het streven is om het bedrijfscomplex op korte termijn te realiseren. Het is gezien de aard van het te ontwikkelen bedrijfspand, echter niet te verwachten dat de gestelde termijn van drie jaar wordt gehaald.
(…)
Berekening HIR
(…)
De boekwaarde van het pand bedroeg € 137.010 en het pand is verkocht voor een netto bedrag van € 1.170.665 (…).”
In het projectplan 2007/2008 staat vermeld dat [belanghebbende] van plan was om te investeren in Suriname, hij wilde hier een trainingscentrum vestigen. Uit het plan blijkt duidelijk dat Suriname een centrale plaats zou gaan innemen. De reden hiervoor is dat [belanghebbende] regelmatig in Suriname kwam, het land goed kende en er contacten had op hoog ambtelijk niveau. Het streven was dat met het trainingscentrum een bijdrage zou worden geleverd aan de cultuur, de educatie en het bevorderen van het cultureel toerisme in m.n. Suriname.
Door de te verwachten politieke verandering in Suriname in 2010/2011 heeft [belanghebbende] zijn plannen (…) voorlopig uitgesteld en (…) verlegd naar Costa Rica.
Op 25 juni 2011 sluit hij een contract met [C SA] over het te realiseren ITC Training Centre en campus [project E] . (…) In juli 2011 heeft [belanghebbende] resp.
$ 10.000 en $ 27.000 voldaan aan [C SA] .”
Inkomen uit werk en woning volgens aangifte -/- 29.185
Boekwinst ter zake van verkoop pand [a-straat] 1.138.642
MKB winstvrijstelling
-/- 113.864Vastgesteld inkomen uit werk en woning 992.351
Het toeval wil dat afnemers van zijn producten en diensten de laatste jaren steeds meer in het buitenland zijn gevestigd (…). Gezien deze internationalisering bouwt belanghebbende nu dus een eigen studio en trainingscentrum (…).”
(…) Belanghebbende heeft in 2008 een projectplan geschreven voor een trainingscentrum met meerdere doeleinden in Suriname en dit voorgelegd aan een architect.”
3.Geschil in hoger beroep
Na de uitspraak van de rechtbank is niet meer in geschil dat belanghebbende zijn onderneming na de verkoop van het pand heeft voortgezet.
4.Beoordeling van het geschil
Vorming van een herinvesteringsreserve
De keuze voor de vorming van een herinvesteringsreserve hoeft eerst te blijken op de balans van het jaar waarin de vervreemding heeft plaatsgevonden. Het voornemen tot herinvestering moet dan ook op balansdatum aanwezig zijn (zie HR 18 juni 1980, nr. 19288, ECLI:NL:HR:1980:AW9959, BNB 1980/234). In dit geval is dat 31 december 2008.
Een definitieve overeenkomst waarin duidelijk de rechten en verplichtingen over en weer van de betrokken partijen zijn vastgelegd, is niet ingebracht. Aan de blote stelling van eiser ter zitting dat de definitieve overeenkomst mondeling is gesloten, kent de rechtbank, nu deze stelling door verweerder is weersproken en daarvan niet een begin van bewijs is geleverd, geen betekenis toe.
Het Hof gaat daarbij ervan uit dat het Projectplan 2007/2008 in 2008 is geschreven en aan een architect is voorgelegd, dat dit plan voorzag in de bouw van een trainingscentrum in Suriname en dat de aanvankelijk beoogde plaats van vestiging, in verband met de politieke situatie aldaar, nadien is gewijzigd in een locatie te Costa Rica.
Dat het hier om een (voldoende) concreet voornemen ging vindt overigens bevestiging in de verwezenlijking van het plan in Costa Rica, na verplaatsing van de aanvankelijk beoogde vestigingslocatie.
5.Kosten
6. Beslissing
- vernietigt de uitspraak op bezwaar:
- vermindert de aanslag tot een te berekenen naar een belastbaar inkomen uit werk en woning
van nihil;
- wijzigt de verliesvaststellingsbeschikking in een waarin het verlies uit werk en woning is
vastgesteld op € 29.185;
rechtbank) en € 123 (hoger beroep bij het Hof), in totaal € 168 te vergoeden.