Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Loop van het geding na verwijzing
3.Feiten
4.Het verwijzingsarrest
5.Geschil na verwijzing
6.Beoordeling van het geschil
onderzoekenen niet wat zij concreet had willen
inbrengen. In de tweede plaats zijn de door belanghebbende genoemde onderzoeken, die zij had willen verrichten indien de UTB’s vooraf zouden zijn aangekondigd, alle gericht op de onderbouwing van haar stelling dat de provisiebetalingen aan de verkoper in de VS niet bestemd waren voor deze verkoper maar voor de PM-Teampartners. De inspecteur heeft zijn navordering evenwel gegrond op het gegeven dat elke betaling die een voorwaarde voor de verkoop vormt tot de douanewaarde behoort. Ook indien belanghebbende vóór het uitreiken van de UTB’s sluitend bewijs zou hebben overgelegd dat de provisiebetalingen door de koper in de VS werden doorgesluisd naar de PM-teampartners, zou de inspecteur derhalve tot navordering zijn overgegaan. Het door belanghebbende gewenste onderzoek daarnaar bij haar opdrachtgever zou derhalve niet tot een andere afloop hebben kunnen leiden.