ECLI:NL:GHAMS:2016:202
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor verhuizing met minderjarige naar Israël
In deze zaak gaat het om de vraag of de vrouw vervangende toestemming kan krijgen om met haar minderjarige kind naar Israël te verhuizen. De vrouw is op 21 september 2015 in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank Amsterdam, waarin haar verzoek om toestemming voor verhuizing werd afgewezen. De vrouw en de man zijn in 2009 in Israël gehuwd en hebben samen een dochter, die in 2013 is geboren. Na hun verhuizing naar Nederland in 2009, heeft de vrouw in 2013 zonder toestemming van de man met de dochter naar Israël gereisd. De rechtbank in Israël heeft de echtscheiding uitgesproken en de vrouw is in 2014 met de dochter teruggekeerd naar Nederland. De vrouw heeft psychische klachten en een sterke behoefte om naar Israël te verhuizen, waar haar familie en nieuwe partner wonen. De man verzet zich tegen de verhuizing, omdat hij betrokken wil blijven bij de opvoeding van zijn dochter. Het hof heeft de belangen van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat de belangen van de vrouw en het kind zwaarder wegen dan die van de man. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en de vrouw toestemming verleend om met de dochter naar Israël te verhuizen, met inachtneming van een omgangsregeling voor de man.