ECLI:NL:GHAMS:2016:1500

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
15 april 2016
Publicatiedatum
19 april 2016
Zaaknummer
23-003502-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van hoger beroep bij onjuiste persoonsgegevens van de verdachte

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 15 april 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, aangeduid als N.N., had hoger beroep ingesteld zonder zijn echte persoonsgegevens te vermelden. In plaats daarvan was een valse geboortedatum opgenomen in de akte. Het hof heeft vastgesteld dat de juiste identiteit van de verdachte inmiddels bekend was, maar dat de raadsman in de volmacht tot het instellen van hoger beroep enkel de N.N. duiding had opgenomen. Dit leidde tot de vraag of de verdachte ontvankelijk was in het hoger beroep.

Het hof oordeelde dat de artikelen 449-452 van het Wetboek van Strafvordering vereisen dat een verdachte zijn persoonsgegevens bekendmaakt om een rechtsmiddel aan te wenden. Aangezien de verdachte dit had nagelaten en in plaats daarvan een onjuiste geboortedatum had opgegeven, kon hij niet-ontvankelijk worden verklaard in het hoger beroep. Het hof verwees naar eerdere arresten van de Hoge Raad die deze lijn bevestigen. De beslissing van het hof was dat de verdachte niet-ontvankelijk werd verklaard in het hoger beroep, omdat hij niet de juiste gegevens had verstrekt, wat essentieel is voor de ontvankelijkheid van het rechtsmiddel.

Uitspraak

parketnummer: 23-003502-15
datum uitspraak: 15 april 2016
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 28 augustus 2015 in de strafzaak onder parketnummer
13-702718-15 tegen
- NN AD20001 M 150826 1805,
geboren te onbekend (Land onbekend) op 1 januari 1950,
zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande,
ter terechtzitting in eerste aanleg opgevende te zijn:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Suriname) op [geboortedag] 1974,
zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van
15 april 2016.

Ontvankelijkheid van het ingestelde hoger beroep

De raadsman heeft bepleit dat de verdachte dient te worden ontvangen in het namens hem ingestelde hoger beroep. De verdachte noemt zich [verdachte] en de raadsman meent dat hij laatstgenoemde naam tevens in de volmacht tot instellen van hoger beroep van [geboortedag] 2015 heeft opgenomen.
Het hof heeft geconstateerd dat in de volmacht tot het instellen van hoger beroep d.d. [geboortedag] 2015 uitsluitend staat vermeld dat het rechtsmiddel wordt ingesteld inzake N.N. (AD 20001 M 150826 1805) en dat het grievenformulier d.d. 3 september 2015 ook slechts de N.N. duiding vermeldt als naam van de verdachte, welk document -naar het zich laat aanzien gelet op de door de raadsman op de begeleidende brief geplaatste handtekening- door de raadsman is ondertekend als verdachte. Op de akte instellen rechtsmiddel staat daarenboven als geboortedatum van de verdachte 01 januari 1950 te Onbekend vermeld, terwijl dat minst genomen dan had moeten zijn [geboortedag] 1974 te [geboorteplaats] (Suriname).
Het hof ziet onder de gegeven omstandigheden geen aanleiding af te wijken van het arrest van de Hoge Raad van 27 februari 2001 (ECLI:NL:HR:2001:AB0259) en nadien gewezen arresten, recentelijk op 7 oktober 2014 (ECLI:NL:HR:2014:2915). De artikelen 449-452 van het Wetboek van Strafvordering regelen de wijze waarop rechtsmiddelen dienen te worden aangewend. Uit deze bepalingen moet worden afgeleid dat een verdachte te wiens laste een rechterlijke beslissing is gewezen waarin hij op andere wijze dan bij name is aangeduid, geen rechtsmiddel tegen een einduitspraak kan aanwenden, anders dan onder bekendmaking van zijn persoonsgegevens.
Blijkens de aan de akte instellen hoger beroep van [geboortedag] 2015 gehechte volmacht tot instellen van hoger beroep van [geboortedag] 2015 heeft de raadsman namens de verdachte onder meer kenbaar gemaakt dat hij door de verdachte, geregistreerd onder kenmerk AD20001 M 150826 1805, gevolmachtigd was om namens hem hoger beroep in te (laten) stellen tegen het vonnis van 28 augustus 2015 van de politierechter in de rechtbank Amsterdam in de strafzaak met parketnummer 13-702718-15. De raadsman heeft in voormelde volmacht niet (tevens) de door de verdachte bij de politie en ter terechtzitting van de politierechter inmiddels opgegeven personalia opgenomen, te weten [verdachte], geboren te [geboorteplaats] (Suriname) op [geboortedag] 1974, zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande. De bij die gelegenheid verstrekte gegevens oordeelt het hof als doorslaggevend bij de beoordeling van de ontvankelijkheid in hoger beroep. Ten overvloede merkt het hof op dat de geboortedatum van
NN AD20001 M 150826 1805, te weten 1 januari 1950, welke in de akte instellen hoger beroep is opgenomen, niet overeenkomt met de door de verdachte ter voornoemde terechtzitting opgegeven geboortedatum, te weten [geboortedag] 1974. Het hof is derhalve van oordeel dat de verdachte, nu hij dan wel zijn raadsman heeft nagelaten (tevens naast de N.N. duiding) de echte persoonsgegevens bekend te maken, en in plaats daarvan een valse geboortedatum, geen rechtsmiddel tegen voormeld vonnis kan aanwenden, zodat hij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in het namens hem ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.L. Leenaers, mr. J.D.L. Nuis en mr. P.C. Römer, in tegenwoordigheid van mr. D. Zeiss, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 15 april 2016.
Mr. P.C. Römer is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.