Uitspraak
Onderzoek van de zaak
19 november 2012, 10 december 2012, 30 januari 2013, 13 september 2013, 24 oktober 2013,
5 november 2013, 7 november 2013, 14 november 2013, 18 november 2013, 10 december 2013,
17 december 2013, 28 januari 2014, 30 januari 2014, 11 februari 2014, 20 maart 2014, 17 april 2014, 27 mei 2014, 16 september 2014, 20 oktober 2014, 29 oktober 2014, 16 februari 2015, en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Bespreking van de formele verweren
Bespreking van de overige ten laste gelegde feiten
project Eurocenterondersteund en heeft aldus deelgenomen aan een criminele organisatie, omdat hij met genoemde gedragingen een aandeel heeft gehad in, dan wel ondersteuning heeft geboden aan gedragingen die strekten tot en rechtstreeks verband hielden met de verwezenlijking van het oogmerk van de criminele organisatie (vgl. HR 10 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:264, r.o. 4.3). De verdachte behoorde ook tot die organisatie en hij had ook wetenschap van het oogmerk van de organisatie. Dat hij daarbij niet dezelfde informatiepositie had als de medeverdachte [medeverdachte 1] (die bij de verdachte en ook bij anderen de genoemde potjes heeft gecreëerd, maar zijn informatie ‘compartimenteerde’ en alleen verstrekte indien dat noodzakelijk was) maakt dat niet anders.
project 126kan worden vastgesteld dat de medeverdachte [medeverdachte 1] is overgegaan tot omkoping van de medeverdachte [medeverdachte 6] (door het doen van een betalingsbelofte) om aan tafel te komen bij Philips. De medeverdachte [medeverdachte 1], handelde blijkens zijn eigen verklaringen, hier echter alleen. Het hof is - gelet hierop - van oordeel dat het vorenstaande onvoldoende is om, inzake het project 126, te kunnen spreken van een organisatie die het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft, nu de omkoping zich heeft afgespeeld tussen de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 6].
Bewezenverklaring
- een factuur van [rechtspersoon 1] gericht aan [rechtspersoon 6] ten bedrage van Fl.325.000 (exclusief btw) (D-1427-2), en
- een factuur van [rechtspersoon 2] gericht aan [rechtspersoon 6] ten bedrage van Fl.575.000 (exclusief btw) (D-1427-3),
- een brief van [rechtspersoon 1] gericht aan [rechtspersoon 3] BV d.d. 28 december 2005 (D-1036), en
- een brief van [rechtspersoon 1] gericht aan [rechtspersoon 3] BV d.d. 10 augustus 2006 (D-1373), en
- vier facturen van [rechtspersoon 3] BV telkens gericht aan [rechtspersoon 1] ten bedrage van in totaal circa Euro 250.000 (exclusief btw) (D-0851 en D-0848 en D-0869 en D-0882 en D-0883 en D-0884 en D-1169-4),
- door [rechtspersoon 3] BV werkzaamheden en/of diensten zijn/zouden worden verricht voor [rechtspersoon 1], en
- die brieven gedateerd op respectievelijk 28 december 2005 en 10 augustus 2006,
- door [rechtspersoon 3] BV werkzaamheden en/of diensten zijn verricht voor [rechtspersoon 1], en
- de facturen D-0882 en D-0883 en D-0884 en D-1169-4 gedateerd op respectievelijk 24 februari 2006 en 5 juni 2006 en 13 september 2006 en 6 januari 2007,
- een valse overeenkomst tussen [rechtspersoon 1] en [rechtspersoon 5] (D-0069/D-1056), en
- drie valse facturen van [rechtspersoon 1] aan [rechtspersoon 5] ten bedrage van in totaal circa Euro 1.850.000 (exclusief btw) (D-1053 en D1052 en D-0900), en
- een valse factuur van [rechtspersoon 1] aan [rechtspersoon 7] ten bedrage van in totaal circa Euro 75.000 (exclusief btw) (D-1037/D-0260), en
- twee valse facturen van [rechtspersoon 4] aan [rechtspersoon 1] ten bedrage van in circa totaal Euro 200.000 (exclusief btw) (D-2801/D-0867/D-1629 en D-2886/D-1769), en
- twee valse facturen van [architectenbureau] aan [rechtspersoon 1] ten bedrage van in totaal circa Euro 280.380 (exclusief btw) (D-3207-2 en D-3209-1), en
- twee valse brieven van [rechtspersoon 1] aan [rechtspersoon 3] BV (D-1036 en D-1373), en
- valse facturen van [rechtspersoon 3] BV aan [rechtspersoon 1] ten bedrage van in totaal circa Euro 250.000 (exclusief btw) (D-0851 en/of D-0848 en/of D-0869 en/of D-0882 en/of D-0883 en/of D-0884 en/of D-1169-4),
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
‘privilege against self-incrimination’aan de orde is geweest (vgl. EHRM 29 juni 2007, NJ 2008/25, O’Halloran & Francis/UK, r.o.44 e.v.).
2(
twee) jarenpassend en geboden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) jaren.
mr. R. Cozijnsen en mr. M.E. Olthof, griffiers, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 27 februari 2015.