ECLI:NL:GHAMS:2015:5751
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- J.L. Bruinsma
- M.J.G.B. Heutink
- H.A. Marquart Scholtz
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot schorsing voorlopige hechtenis in verband met ernstige bezwaren en geschokte rechtsorde
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 juli 2015 een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte afgewezen. De verdachte, geboren in 1966 en momenteel gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Zoetermeer, was eerder op 1 oktober 2014 in verzekering gesteld op verdenking van poging tot doodslag. De rechter-commissaris had de bewaring bevolen op basis van ernstige bezwaren en de geschokte rechtsorde. De rechtbank had op 13 oktober 2014 de gevangenhouding van de verdachte bevolen voor negentig dagen en eerdere verzoeken tot schorsing afgewezen. De verdachte was op 14 januari 2015 door de rechtbank Amsterdam veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf, met aftrek van voorarrest. Na een hoger beroep en een arrest van het hof op 12 juni 2015, waarin de verdachte opnieuw werd veroordeeld, werd de voorlopige hechtenis op 11 maart 2015 geschorst tot de inhoudelijke behandeling op 29 mei 2015.
Tijdens de behandeling in raadkamer voerde de raadsman aan dat de herleving van het voorarrest niet gerechtvaardigd was, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die de geschokte rechtsorde zouden onderbouwen. De advocaat-generaal verzette zich tegen de schorsing. Het hof oordeelde dat de voorlopige hechtenis moest voortduren, gezien de ernst van de beschuldigingen en de maatschappelijke onrust die een vrijlating zou veroorzaken. Het hof benadrukte dat de rechtsorde ernstig geschokt zou worden door vrijlating van de verdachte, die was veroordeeld voor een ernstig delict. De raadsman had ook verwezen naar eerdere uitspraken, maar het hof oordeelde dat deze niet relevant waren voor de huidige situatie.
Uiteindelijk werd het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen, omdat de belangen van de verdachte niet opwogen tegen de maatschappelijke veiligheid. De beslissing werd genomen door de meervoudige strafkamer van het hof, met de voorzitter en twee raadsheren, in aanwezigheid van de griffier.