ECLI:NL:GHAMS:2015:5740
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot schorsing van voorlopige hechtenis wegens recidivegevaar
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 juli 2015 uitspraak gedaan in raadkamer over het hoger beroep van de verdachte tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Schiphol, van 17 juni 2015, die een bevel tot gevangenhouding inhield. De verdachte, geboren in 1989 en thans verblijvende in het huis van bewaring Zwaag, had hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en heeft zowel de advocaat-generaal als de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. T.H. Kapinga, gehoord.
Het hof constateert dat het bevel tot gevangenhouding betrekking heeft op twee zaken, met de parketnummers 15/810015-15 en 15/810133-15. De verdachte was in beide zaken in bewaring gesteld en had verzocht om opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis. Het hof oordeelt dat de vrees voor recidive gegrond is, gezien de justitiële documentatie van de verdachte en het feit dat hij in een proeftijd verkeert. De verdachte wordt ervan verdacht opnieuw een geweldsgerelateerd delict te hebben gepleegd, wat de vrees voor recidive versterkt.
Het hof heeft de persoonlijke belangen van de verdachte afgewogen tegen de maatschappelijke veiligheid en concludeert dat de schorsingsvoorwaarden onvoldoende zijn om de verdachte te weerhouden van het plegen van nieuwe strafbare feiten. De beslissing van het hof is om het beroep tegen de bestreden beschikking af te wijzen en het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis eveneens af te wijzen. Deze beschikking is gegeven in raadkamer op 15 juli 2015.