Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vernietigt de naheffingsaanslag van 28 augustus 2013 en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;
- bepaalt dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 44,- vergoedt.”
2.Feiten
Op een schermprint van ‘MIJN PARKMOBILE’ van de account die belanghebbende bij Parkmobile aanhield (zie 2.2) staat onder meer
door:
[X]
[X]
3.Het oordeel van de rechtbank
4.Geschil in hoger beroep
5.Beoordeling van het geschil
parkeerapparatuur: parkeermeters, voor het betalen van de parkeerbelasting ingerichte mobiele telefoons, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters,
centrale computeren hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;
centrale computer: een computer van de gemeente dan wel een computer van het bedrijf waarmee de gemeente een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of ander communicatiemiddel;
door middel van het al dan niet elektronisch in werking stellen van parkeerapparatuur. Van de verschuldigde belasting per tijdseenheid wordt op of via de parkeerapparatuur of in de daarbij geleverde gebruiksaanwijzing kennisgegeven. Ten aanzien van het hier voorafgaande bepaalde moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen één maand na het einde van het parkeren,
indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.
loonbelasting, oordeelde de Hoge Raad dat volgens het stelsel van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, zoals dit onder meer in de artikelen 10 en 19 van die wet tot uitdrukking is gebracht, de verplichting tot het doen van aangifte en de verplichting tot betaling weliswaar nauw met elkaar samenhangen maar niettemin afzonderlijke verplichtingen zijn, zodat niet valt aan te nemen dat in de artikelen 20 en 22 van die wet met de term betalen tevens het doen van aangifte wordt aangeduid. Onjuist is derhalve de opvatting dat materieel verschuldigde loonbelasting, welke in feite is voldaan of afgedragen maar niet is opgenomen in de aangifte waartoe de belastingplichtige was gehouden, moet worden aangemerkt als belasting welke niet is betaald.
parkeerbelastingin BNB 1997/68 (arrest van 8 januari 1997, nr. 31 657, ECLI:NL:HR:1997:AA3200) als volgt:
6.Kosten en griffierecht
7.Beslissing
- bevestigt de uitspraak van de rechtbank; en
- bepaalt dat van de heffingsambtenaar een griffierecht wordt geheven van € 497.