ECLI:NL:GHAMS:2015:4269
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verwijzing van een civiele zaak naar het gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak is appellant in hoger beroep gekomen tegen een vonnis van de rechtbank ’s Gravenhage, nevenzittingsplaats Amsterdam, van 9 maart 2011, alsook tegen vonnissen van de rechtbank Amsterdam van 17 juni 2015 en 24 september 2015. De zaak is op 22 september 2015 bij het Gerechtshof Amsterdam ingediend. Tijdens de beoordeling van de zaak kwam de naam van een plaatsvervanger in het hof naar voren, wat aanleiding gaf tot de overweging om de zaak te verwijzen op grond van artikel 62b van de Wet op de rechterlijke organisatie. Volgens het Zaaksverdelingsreglement van het Gerechtshof Amsterdam dienen dergelijke zaken te worden verwezen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Echter, het hof was ambtshalve bekend met het feit dat het gerechtshof ’s-Hertogenbosch zaken behandelt die samenhangen met de onderhavige zaak. Daarom heeft het hof besloten de zaak ter verdere behandeling en beslissing te verwijzen naar het gerechtshof ’s-Hertogenbosch. De beslissing is op 13 oktober 2015 openbaar uitgesproken door de meervoudige burgerlijke kamer.