Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[de vader] ,
1.Het geding in hoger beroep
2.De ontvankelijkheid van het hoger beroep
3.Beslissing
4 november 2015 om 11:30 uur;
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van het hoger beroep dat door de ouders is ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland. De ouders, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. N. Hendriksen, hebben op 7 juli 2015 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van 3 april 2015. De ouders stellen dat zij ontvankelijk zijn in hun hoger beroep, omdat de verzenddatum van de beschikking op 16 april 2015 ligt, en zij het hoger beroep binnen drie maanden na deze datum hebben ingesteld. Het hof heeft de zaak op 30 juli 2015 behandeld, waarbij de advocaat van de ouders aanwezig was.
Het hof overweegt dat de uitspraak in het openbaar moet geschieden en dat de datum van de uitspraak de datum is waarop de rechterlijke beslissing openbaar wordt gemaakt. De ouders hebben tegenbewijs geleverd tegen de in de bestreden beschikking vermelde uitspraakdatum van 3 april 2015. Het hof heeft vastgesteld dat de mondelinge behandeling op 17 maart 2015 heeft plaatsgevonden en dat de beschikking op 16 april 2015 is verzonden. Hierdoor heeft het hof 16 april 2015 als de juiste uitspraakdatum aangemerkt.
Aangezien het hoger beroep op 7 juli 2015 is ingediend, binnen de termijn van drie maanden na de vastgestelde uitspraakdatum, heeft het hof geoordeeld dat het hoger beroep tijdig is ingesteld. Het hof verklaart de ouders ontvankelijk in hun hoger beroep en bepaalt dat de behandeling ter terechtzitting zal worden voortgezet op een later te bepalen datum.