ECLI:NL:GHARL:2015:2371
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- A. Smeeïng-van Hees
- R.A. Dozy
- R. Prakke-Nieuwenhuizen
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid hoger beroep en uitspraakdatum in civiele procedure betreffende gezag en kinderbescherming
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, staat de ontvankelijkheid van het hoger beroep van de vader centraal. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.P.M. Kocken, heeft hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Gelderland van 30 september 2014. De mondelinge behandeling vond plaats op 14 januari 2015, waarbij de vader en de moeder, vertegenwoordigd door mr. R.E.F. Bergwerf Bok, aanwezig waren. De Raad voor de Kinderbescherming heeft zich niet laten vertegenwoordigen.
De kern van het geschil betreft de vraag of het beroepschrift tijdig is ingediend. Het hof constateert dat het beroepschrift op 31 december 2014 bij de griffie is ontvangen, maar dat het per fax op 30 december 2014 is verzonden. De vader heeft aangevoerd dat hij de beschikking pas op 17 november 2014 heeft ontvangen, wat de termijn voor het indienen van gronden beïnvloedt. Het hof heeft vastgesteld dat de beschikking niet door de griffier is ondertekend, waardoor de exacte datum van openbaarmaking onduidelijk blijft.
Het hof heeft uiteindelijk geoordeeld dat de uitspraakdatum van de beschikking op 17 november 2014 moet worden gesteld, waardoor de vader de gelegenheid krijgt om zijn gronden tot 17 februari 2015 aan te vullen. De beslissing is op 4 februari 2015 in het openbaar uitgesproken door de rechters A. Smeeïng-van Hees, R.A. Dozy en R. Prakke-Nieuwenhuizen, in aanwezigheid van de griffier.