Uitspraak
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 25 februari 2011 te [plaats 1] , [gemeente 1] en/of [plaats 2] en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in de uitoefening van een beroep of bedrijf, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad onder meer:
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 25 februari 2011 te [plaats 2] en/of te [plaats 1] , [gemeente 1] en/of [plaats 3] en/of [plaats 4] en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s) een of meer voorwerp(en), te weten een of meer geldbedrag(en) en/of een of meer fiets(en) en/of een paardentrailer en/of een trekker en/of een of meer televisie(s) en/of overige vermogensbestanddelen verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten dat/die geldbedrag(en) en/of die fiet(sen) en/of die paardentrailer en/of die trekker en/of die televisie(s) en/of die overige vermogensbestanddelen gebruik gemaakt, terwijl hij/zij wist(en) dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf (te weten onder andere uit hennephandel en/of hennepteelt);
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2008 tot en met 25 februari 2011 te [plaats 2] en/of [plaats 1] , [gemeente 1] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, heeft deelgenomen aan een criminele organisatie (bestaande onder meer uit M. [medeverdachte 1] en/of D.J. [medeverdachte 3] en/of A.D. [medeverdachte 2] en/of W.E.S. [medeverdachte 2] ) die tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijf/misdrijven als bedoeld in artikel 11 derde en/of vijfde lid van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bedrijfsmatig en/of beroepsmatig bereiden/verwerken/bewerken/telen van een grote hoeveelheid hennep en/of het afleveren/verkopen/verstrekken/vervoeren van een grote hoeveelheid hennep, althans in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, (telkens) zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet.
Vonnis waarvan beroep
Partiële nietigheid van de inleidende dagvaarding
Bespreking van gevoerde verweren
Voor zover de raadsman nog heeft willen betogen dat de verklaringen van [verdachte 1] , zoals afgelegd ten overstaan van de politie, niet tot het bewijs kunnen worden gebezigd omdat hieraan geen geloof gehecht kan worden, nu [verdachte 1] toen enkel voor zichzelf belastend zou hebben verklaard om (gelet op zijn medische situatie) zo spoedig mogelijk in vrijheid te worden gesteld, verwerpt het hof ook dit verweer. De verklaringen van [verdachte 1] zoals afgelegd bij de politie zijn voldoende gedetailleerd, eenduidig en consistent en vinden voorts steun in andere bewijsmiddelen. Het hof heeft dan ook geen reden te twijfelen aan de betrouwbaarheid van deze verklaringen.
Partiële vrijspraak
hij in de periode van 1 januari 2006 tot en met 25 februari 2011 te [plaats 1] , [gemeente 1] en/of [plaats 2] , in de uitoefening van een beroep of bedrijf, telkens opzettelijk heeft geteeld
hij in de periode van 1 januari 2006 tot en met 25 februari 2011 te [plaats 1] , [gemeente 1] en/of elders in Nederland een voorwerp, te weten een trekker voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerp afkomstig was uit misdrijf (te weten uit hennepteelt);
hij in de periode van 1 april 2008 tot en met 25 februari 2011 te [plaats 2] en/of [plaats 1] , [gemeente 1] en/of elders in Nederland, heeft deelgenomen aan een criminele organisatie (bestaande onder meer uit M. [medeverdachte 1] , D.J. [medeverdachte 3] , A.D. [medeverdachte 2] en W.E.S. [medeverdachte 2] ) die tot oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 11 derde en vijfde lid van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bedrijfsmatig en/of beroepsmatig telen van een grote hoeveelheid hennep en het verkopen van een grote hoeveelheid hennep.
Bewijsmiddelen
Bewijsoverwegingen
De verdediging heeft daarnaast aangevoerd dat ook ten aanzien van de hennepkwekerij in [plaats 1] een beperking van de ten laste gelegde periode dient plaats te vinden. Gelet op de wijze van ten laste leggen dient [verdachte 1] vrij te worden gesproken van de hennepkwekerij in [plaats 2] of [plaats 1] , nu hij gezien het dossier niet medepleger van allebei kan zijn geweest. Ook van de onder 4 ten laste gelegde deelneming aan een criminele organisatie dient [verdachte 1] te worden vrijgesproken, nu er geen sprake was van een duurzaam en structureel samenwerkingsverband tussen hem en een of meer medeverdachten.
In mei 2008 waren de containers gereed om hennep in te gaan kweken. In oktober 2008 werd [de 2] [medeverdachte 9] door [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte 1] als zogenoemde ‘katvanger’ ingezet. Het huurcontract van loods 6 aan de [adres 2] 16 werd toen op naam van [medeverdachte 9] gezet en hij ontving hiervoor maandelijks zowel de huursom voor de loods alsmede een vorm van risicovergoeding ten bedrage van
Bespreking van verzoeken
1. [getuige 1] , hoofdagent regiopolitie Kennemerland;
2. [getuige 2] , brigadier;
3. B. [verdachte 1] , hoofdagent KLPD dienst waterpolitie;
4. [getuige 3] , brigadier bureau pilot Finec binnen regiopolitie Kennemerland;
6. C.J.A.M. [verbalisant 9] , inspecteur regiopolitie Kennemerland;
7. [verbalisant 4] , brigadier regiopolitie Kennemerland;
8. [verbalisant 3] , hoofdagent KLPD Ouder-Amstel;
9. [verbalisant 5] , hoofdagent KLPD Ouder-Amstel;
10. J. [medeverdachte 9] , medeverdachte;
11. [medeverdachte 4] , medeverdachte;
12. [medeverdachte 6] , medeverdachte;
13. [medeverdachte 7] , medeverdachte;
14. [verbalisant 6] , financieel rechercheur verbonden aan Bureau Financiële recherche binnen regio Kennemerland;
15. [verbalisant 7] , financieel rechercheur verbonden aan Bureau Financiële recherche binnen regio Kennemerland;
18. De expert die in ordner 12 op pagina 31 wordt genoemd door de politie;
19. [persoon 1] ;
20. [persoon 2] .
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden.