ECLI:NL:GHAMS:2015:365
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake niet-ontvankelijkheid appellant en kostenveroordeling
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. A.G.M. Haase, hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 28 april 2014 is gewezen. De appellant heeft op 28 juli 2014 de dagvaarding ingediend en is in hoger beroep gekomen. De zaak is op de rol van 7 oktober 2014 aangebracht, waarbij tegen de geïntimeerde, WEBPOORT B.V., verstek is verleend. Appellant heeft verzocht om uitstel voor het nemen van grieven, maar dit verzoek is afgewezen. Uiteindelijk is er uitstel verleend tot 13 januari 2015, maar op deze datum heeft appellant geen memorie van grieven ingediend. De memorie die op 9 januari 2015 per telefax is ingediend, is niet in behandeling genomen. Het verstek is op 13 januari 2015 gezuiverd.
Het hof heeft vervolgens beoordeeld of er sprake was van een oneerlijk beding in de zin van Richtlijn 93/13, maar heeft geconcludeerd dat dit niet het geval was. Aangezien appellant geen grieven heeft ingediend, kan hij niet worden ontvangen in het hoger beroep. Het hof heeft de kosten van het hoger beroep voor rekening van appellant gesteld, die zijn begroot op € 704,- aan verschotten en € 447,- aan salaris advocaat. Het arrest is op 10 februari 2015 openbaar uitgesproken door de meervoudige kamer van het Gerechtshof Amsterdam.