4.1.De rechtbank heeft met betrekking tot het geschil het volgende overwogen:
“3. Tussen partijen is niet in geschil dat ten tijde van het parkeren op de Nieuweweg te Hoofddorp parkeerbelasting was verschuldigd, omdat het een koopzondag was, en dat eiseres deze niet heeft voldaan. Evenmin is in geschil dat het door middel van informatie op de bebording en de parkeerapparatuur voldoende kenbaar is gemaakt dat op koopzondagen tussen 12.00 uur en 18.00 uur parkeerbelasting is verschuldigd. Tussen partijen is in geschil of het voldoende kenbaar was dat het een koopzondag was.
4. De rechtbank overweegt dat van een parkeerder mag worden verwacht dat hij, alvorens over te gaan tot parkeren, redelijke inspanningen pleegt om zich op de hoogte te stellen van de plaatselijke parkeervoorschriften. Hier staat tegenover dat verweerder de verplichting om parkeerbelasting te betalen voor het op een bepaalde plaats en een bepaalde tijd parkeren van een voertuig zodanig kenbaar dient te maken, dat redelijkerwijs geen misverstand kan bestaan omtrent de verschuldigdheid daarvan.
5. Eiseres voert aan dat het haar niet bekend was dat 6 oktober 2013 koopzondag was. Op de straat stonden geen auto’s geparkeerd en alle winkels die zij kon zien waren gesloten. Daarnaast heeft zij bij een omstander geïnformeerd of hij misschien wist of het koopzondag was en die antwoordde (zo is ter zitting gebleken) dat dat niet het geval was. Voorts stelt eiseres dat de informatie op de parkeermeter die zij heeft geraadpleegd misleidend is, omdat daarop staat dat sprake is van betaald parkeren op koopzondag, terwijl elke zondag een koopzondag is. Ter zitting heeft eiseres verklaard dat zij geen huis-aan-huis bladen ontvangt, omdat zij een nee/nee sticker heeft, en dat [haar plaats van werk] in Hoofddorp, waar zij die dag was, geen brievenbus heeft.
6. Verweerder stelt dat het voor eiseres voldoende kenbaar was dat er sprake was van een koopzondag. Op koopzondagen staan altijd veel geparkeerde auto’s en de meeste winkels zijn open en voorts kan een parkeerder zich op de hoogte stellen van de plaatselijke situatie door de website van de gemeente te raadplegen en wordt bovendien in de huis-aan-huis bladen bijna wekelijks aangegeven dat in het centrum van Hoofddorp iedere zondag koopzondag is.
7. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder met hetgeen is aangevoerd niet aannemelijk gemaakt dat het voor eiseres voldoende kenbaar was dat op zondag 6 oktober 2013 parkeerbelasting was verschuldigd. Verweerder heeft erkend dat op de parkeerautomaat staat vermeld dat op koopzondagen betaald parkeren geldt, maar dat ter plaatse niet te zien was op een bord of op de parkeermeter dat iedere zondag een koopzondag was. De rechtbank overweegt dat op eiseres weliswaar de verplichting rust om zich ervan te vergewissen of zij voor het parkeren parkeerbelasting is verschuldigd, maar de feitelijke kenbaarheid dat sprake is van een koopzondag kan voor een parkeerder beperkt zijn doordat die parkeert voordat de winkels opengaan of doordat niet alle winkels in het betrokken gebied meedoen aan een koopzondag, zodat dit niet op te maken valt uit de aanwezigheid van geparkeerde auto’s, geopende winkels en winkelend publiek. Nu eiseres ter zitting heeft verklaard dat zij voor 12:00 uur heeft geparkeerd, kan de rechtbank verweerders stelling dat het aldus voor haar voldoende kenbaar was dat het koopzondag was niet volgen. Naar het oordeel van de rechtbank voert de onderzoeksplicht van eiseres niet zo ver dat zij gehouden is om voor haar vertrek naar de gemeente Hoofddorp de gemeentelijke website te raadplegen of onderzoek te doen naar publicaties in huis-aan-huis bladen. Dat sprake is van een koopzondag moet naar het oordeel van de rechtbank namelijk ook ter plaatse kenbaar zijn. De stelling van verweerder dat de publicatie in het huis-aan-huis blad van 10 april 2013 dat alle winkels in de Haarlemmermeer per 1 april op alle zondagen open mogen zijn van 12.00 tot 18.00 uur voldoende is om de kenbaarheid van een koopzondag te veronderstellen kan hem evenmin baten. Die publicatie betekent niet meer dan dat het besluit dat alle zondagen koopzondagen zijn rechtsgeldig bekend is gemaakt. Nu deze informatie ter plaatste ontbreekt, staat ook hiermee de feitelijke kenbaarheid dat sprake is van een koopzondag niet vast.
Uit het voorgaande volgt dat het beroep gegrond is.
Proceskosten
De rechtbank vindt aanleiding verweerder te veroordelen in de kosten die eiseres in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. Deze kosten worden met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht gesteld op € 3,70 reiskosten op basis van openbaar vervoer.”