Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 1 oktober 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer] van het leven te beroven met dat opzet voornoemde [slachtoffer] eenmaal of meermalen (met kracht) met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de zij en/of de milt, in elk geval in het lichaam, heeft gestoken en/of gesneden;
hij op of omstreeks 1 oktober 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (een klaplong en/of een een steekwond in de zij en/of de milt), heeft toegebracht, door voornoemde [slachtoffer] met dat opzet eenmaal of meermalen (met kracht) met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de zij en/of de milt, in elk geval in het lichaam, te steken en/of te snijden;
hij op of omstreeks 1 oktober 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet voornoemde [slachtoffer] eenmaal of meermalen (met kracht) met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de zij en/of de milt, in elk geval in het lichaam, heeft gestoken en/of gesneden.
Vonnis waarvan beroep
Bewijsredenering
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) jaren.
€ 8.128,11 (achtduizend honderdachtentwintig euro en elf cent) bestaande uit € 628,11 (zeshonderdachtentwintig euro en elf cent) materiële schade en € 7.500,00 (zevenduizend vijfhonderd euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 8.128,11 (achtduizend honderdachtentwintig euro en elf cent) bestaande uit € 628,11 (zeshonderdachtentwintig euro en elf cent) materiële schade en € 7.500,00 (zevenduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
75 (vijfenzeventig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.