Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
€ 1 257
€ 368.000 € 368.000
3.Het oordeel van de rechtbank
€ 1 257+
€ 10.355-/-
€ 20.315
4.Geschil in hoger beroep
5.Beoordeling van het geschil
kunnenbeschikken over een duurzame woning (het huren van een woning) op zichzelf onvoldoende is en anderzijds omdat uit rechtsoverweging 4.6 van de rechtbankuitspraak volgt dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij over een ‘duurzame woning’ beschikte. Ook de blote stelling dat hij met [land] dusdanig ‘duurzame nauwe betrekkingen’ onderhield dat hij om die reden ook in [land] woonde is onvoldoende. Uit al hetgeen de rechtbank heeft overwogen volgt nu juist dat belanghebbende met [land] geen, althans onvoldoende, duurzame betrekkingen onderhield. In ieder geval blijkt uit al hetgeen belanghebbende heeft ingebracht niet dat zich in casu de (uitzonderlijke) situatie – als bedoeld in het arrest van de Hoge Raad van 12 april 2013 (nr. 12/02980, ECLI:NL:HR:2013:BZ6824) – heeft voor gedaan waarin een belanghebbende zowel een duurzame band van persoonlijke aard met Nederland, als met een ander land had.