Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verdere verloop van de procedure
2.De verdere beoordeling
a. wat de functie en opdracht van de receptioniste is aan de balie van de Belastingdienst Apeldoorn aan het Stationsplein 50 in de periode van de betekening;
Onder deze omstandigheden, mede in aanmerking genomen de uitvoerige verklaring die door Duighuisen ter comparitie is aangevoerd, achtte het hof het bewijsaanbod van Continental niet specifiek genoeg om het - na de comparitie - alsnog te honoreren.
Ook overigens ziet het hof geen aanleiding om terug te komen op hetgeen beslist is in zijn arrest van 4 februari 2014.
concreetdwangbevel in verzet komen.
Continental heeft tegen alle aanslagen kansspelbelasting bezwaar gemaakt en heeft tevens verzocht om uitstel van betaling voor het volledig openstaande bedrag. Dit heeft de Ontvanger niet willen verlenen. Het automatisch systeem van de Ontvanger blijft dwangbevelen verzenden. Om aan deze 'terreur' een einde te maken, heeft Continental de verzetdagvaardingen doen uitbrengen, waarin niet alleen is gevorderd het bewuste dwangbevel buiten effect te stellen, maar ook om de Ontvanger een algemeen verbod tot invordering op te leggen. Dit heeft geresulteerd in het verstekvonnis van 25 mei 2011.
Volgens Continental kan zo'n algemeen invorderingsverbod op zich zelf worden gevorderd in een verzetprocedure ex art. 17 Invorderingswet en is het verbod ook niet te algemeen om te worden toegewezen. Anders dan de Ontvanger stelt is geen sprake van een uitzondering op het ongeclausuleerde uitstelbeleid in geval van 'repeterende' aanslagen. Dit blijkt ook nergens uit. Continental stelt dat volgens eigen uitlatingen van de Staatssecretaris in 99% van de gevallen uitstel van betaling wordt verleend indien de aanslag wordt betwist. De Staatssecretaris heeft dit gezegd in relatie tot het vanaf 1 januari 2013 bestaande recht op een rentevergoeding indien een belastingplichtige een procedure wint en de aanslag reeds heeft betaald; die aanspraak bestaat slechts bij een niet vrijwillige betaling.
Het gevorderde invorderingsverbod zal derhalve te worden afgewezen, hetgeen leidt tot vernietiging van het bestreden verstekvonnis.