ECLI:NL:GHAMS:2014:4903
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Incident in hoger beroep inzake inzage en afgifte van bescheiden in verband met renteswap-overeenkomst
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een incident in hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen ING Bank N.V. [appellant] heeft op 25 februari 2014 hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 27 november 2013. Het incident betreft een vordering tot inzage, afgifte of uittreksel van bescheiden op grond van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De vordering is ingediend in het kader van een geschil over een renteswap-overeenkomst die partijen op 22 april 2008 hebben gesloten, met een hoofdsom van € 10.000.000,00 en een einddatum van 1 mei 2015. [appellant] wenste de geldleningen waarvoor de renteswap was afgesloten per 1 juli 2012 te beëindigen, wat op 1 november 2012 is gebeurd. Hij stelt dat hij onjuist en onvolledig is voorgelicht door ING over de renteswap en dat hij gedwongen is om deze te sluiten door onterecht gestelde voorwaarden door ING.
In het incident vordert [appellant] inzage in verschillende interne stukken van ING, waaronder documenten met betrekking tot de kredietverlening en communicatie met [appellant]. ING heeft de vordering betwist en geconcludeerd tot afwijzing, met veroordeling van [appellant] in de kosten van het incident. Het hof heeft besloten om het incident en de hoofdzaak gezamenlijk te behandelen en heeft de zaak verwezen naar de rol van 9 december 2014 voor beraad partijen. Iedere verdere beslissing is aangehouden.