ECLI:NL:GHAMS:2014:4524

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
7 oktober 2014
Publicatiedatum
3 november 2014
Zaaknummer
200.153.542-01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens verzuim in aanbrengprocedure

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 7 oktober 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep. De appellanten, die niet door een advocaat waren vertegenwoordigd, hadden de mogelijkheid gekregen om hun zaak als dagvaardingsprocedure voort te zetten. Dit was het gevolg van een rolbeslissing van de rolraadsheer op 5 augustus 2014, waarin werd bepaald dat de zaak als verzoekschriftprocedure zou worden ingeschreven en dat de appellanten de gelegenheid kregen om geïntimeerde, Stichting De Alliantie, bij deurwaardersexploot op te roepen. De appellanten hebben echter van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.

Het hof heeft geoordeeld dat, omdat de appellanten niet hebben voldaan aan de vereisten voor het instellen van hoger beroep, zij niet-ontvankelijk verklaard moeten worden. Dit betekent dat hun zaak niet verder in behandeling wordt genomen. Daarnaast zijn de appellanten veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep, die aan de zijde van de geïntimeerde op nihil zijn begroot. De uitspraak benadrukt het belang van het volgen van de juiste procedurele stappen in het hoger beroep, en de gevolgen van het niet naleven daarvan.

De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken en onderstreept de noodzaak voor appellanten om zich te laten bijstaan door een advocaat in dergelijke procedures, om zo de kans op ontvankelijkheid te waarborgen.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team II
zaaknummer : 200.153.542/01
kenmerk rechtbank Amsterdam : KK 14-751
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 7 oktober 2014
inzake

1.[appellant sub 1],

2.
[appellante sub 2],
beiden wonend te [woonplaats],
appellanten,
advocaat: niet gesteld,
tegen
de stichting
STICHTING DE ALLIANTIE,
gevestigd te Hilversum,
geïntimeerde,
niet verschenen.

1.Het geding in hoger beroep

De rolraadsheer heeft op 5 augustus 2014 een rolbeslissing gegeven. Voor het verloop van het geding in hoger beroep tot die datum wordt naar die rolbeslissing verwezen.
Bij die rolbeslissing is bepaald dat de zaak als verzoekschriftprocedure wordt ingeschreven en als dagvaardingszaak zal worden voortgezet op de rol van 2 september 2014. Tevens zijn appellanten in de gelegenheid gesteld geïntimeerde bij deurwaardersexploot, waarin een advocaat wordt gesteld, en dat ook overigens voldoet aan de daaraan in de wet gestelde eisen, tegen deze roldatum op te roepen en op deze roldatum vertegenwoordigd door een advocaat de zaak als dagvaardings- procedure opnieuw aan te brengen.
Appellanten hebben van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
Arrest is bepaald op heden.

2.Beoordeling

Nu appellanten geen gebruik hebben gemaakt van de hen geboden gelegenheid om de zaak als dagvaardingsprocedure voort te zetten en de geconstateerde verzuimen in de wijze van aanbrengen van de zaak bij het hof te herstellen, zal het hof appellanten niet-ontvankelijk verklaren in het hoger beroep en veroordelen in de kosten daarvan.
3. Beslissing
Het hof:
verklaart appellanten niet-ontvankelijk in het hoger beroep;
veroordeelt appellanten in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van geïntimeerde begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door mrs. W.J. van den Bergh, J.C. Toorman en J.W. Hoekzema en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 7 oktober 2014.