ECLI:NL:GHAMS:2014:2836
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- R.H. de Bock
- R.J.F. Thiessen
- E.J. Rotshuizen
- Rechtspraak.nl
Executieveiling op verzoek van hypotheekhouder en de rol van de makelaar
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 juli 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen een besloten vennootschap (appellante) en een natuurlijke persoon (geïntimeerde) naar aanleiding van een executieveiling. De zaak betreft een openbare verkoop van een perceel grond, die op 14 februari 2011 heeft plaatsgevonden op verzoek van de hypotheekhouder, geïntimeerde. De makelaar, R.M. [E.], heeft de verkoop begeleid. Appellante heeft het hoogste bod uitgebracht, maar er ontstond onduidelijkheid over de rol van appellante en de afspraken die gemaakt zijn over een extra betaling van € 15.000,- aan geïntimeerde voor advocaatkosten. De kantonrechter had eerder geoordeeld dat appellante niet voor zichzelf handelde, maar namens een ander, en dat de overeenkomst niet was aangetoond. In hoger beroep heeft appellante de beslissing van de kantonrechter bestreden, maar het hof oordeelde dat het bewijsaanbod van geïntimeerde niet concreet genoeg was. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en wees de vordering van geïntimeerde af, waarbij het hof oordeelde dat appellante handelde namens een ander en dat er geen rechtsgeldige overeenkomst was die de extra betaling rechtvaardigde. Geïntimeerde werd veroordeeld tot terugbetaling van een eerder betaald bedrag aan appellante, vermeerderd met wettelijke rente.