Het hof is van oordeel dat door klager voldoende aannemelijk is gemaakt dat de door de oud-notaris gebezigde wijze van offreren met vorenstaande, reeds geruime tijd geleden in de tuchtrechtspraak geformuleerde, uitgangspunten in strijd is. Het verweer van de oud-notaris dat vorenstaande uitgangspunten in de onderhavige kwestie niet aan de orde zijn, omdat hij geen prijsprotocol hanteert in zijn algemene voorwaarden, slaagt niet. Zo blijkt uit de verschillende offertes die door klager in het geding zijn gebracht, dat het door de oud-notaris geoffreerde basistarief niet altijd alle gebruikelijke kosten heeft omvat.
Illustratief daarvoor is dat in het door de oud-notaris gehanteerde stappenplan wordt aangegeven “
per betaling gaat onze boekhouder voor u aan het werk en eventuele kosten hiervoor worden separaat in rekening gebracht”, terwijl vervolgens als meerwerk voor een spoedoverboeking € 15,-- in rekening wordt gebracht en voor een “standaard” overboeking € 10,--. Iedere overboeking wordt dus als meerwerk in rekening gebracht, terwijl het hof zich geen normaal onroerend goeddossier kan voorstellen – en de oud-notaris desgevraagd evenmin – waarbij geen overboeking van gelden door de notaris plaatsvindt. De oud-notaris presenteert dus gebruikelijke werkzaamheden als meerwerk.
Het hof is van oordeel dat dossierkosten en kosten voor gebruikelijke werkzaamheden (zoals de controle van de tijdige betaling van een waarborgsom dan wel het tijdig stellen van een bankgarantie, het verrekenen van zakelijke lasten of het (anders dan met spoed) overboeken van gelden) in het geoffreerde basistarief verdisconteerd hadden moeten worden en niet nadien alsnog in een stappenplan gepresenteerd hadden mogen worden. Hetzelfde geldt voor kosten in verband met verplicht door een notaris te verrichten werkzaamheden, zoals bijvoorbeeld een erfdienstbaarhedenonderzoek, welke, zoals gemeld, in de offerte dienen te zijn verdisconteerd. Verder blijkt uit de door klager overgelegde offerte, gedateerd op vrijdag 25 november 2011, een “vanaf prijs” en niet, zoals de oud-notaris stelt, een “all-in prijs”.
De eisen die aan een notaris mogen worden gesteld op het gebied van helder en transparant offreren brengen met zich, dat na kennisneming van de offerte voor de cliënt duidelijk moet zijn welke kosten aan hem in ieder geval in rekening zullen worden gebracht, zonder dat hij kennis behoeft te nemen van op de website vermelde algemene voorwaarden of een nadien opgestuurd stappenplan. Dit is eens temeer van belang aangezien een cliënt, anders dan een notaris, over het algemeen niet kan beoordelen welke kosten in alle gevallen zullen worden gemaakt en hem dus in ieder geval in rekening zullen worden gebracht. Aan dit alles doet niet af dat de oud-notaris, naar hij stelt, dikwijls afziet van het in rekening brengen van extra kosten, hoewel de desbetreffende werkzaamheden wel hebben plaatsgevonden. Aldus is de hoogte van de uiteindelijke rekening in feite afhankelijk van de willekeur van de oud-notaris (en, naar het hof vermoedt, met name van de assertiviteit van de cliënt).
Voorts oordeelt het hof dat artikel 5 van de door de oud-notaris gehanteerde algemene voorwaarden, anders dan de oud-notaris stelt, juist impliceert dat een cliënt een opdracht niet makkelijk kan intrekken. Immers, het ontvangen van een e-mail met offerte en vervolgens niets doen, impliceert volgens deze algemene voorwaarden dat een cliënt een opdracht heeft verleend. Ook hier ligt het initiatief te veel bij de cliënt; de werkwijze van de oud-notaris komt in feite erop neer dat de cliënt door het accepteren van de offerte in een fuik zwemt waaruit hij slechts kan ontsnappen indien hij over voldoende juridisch inzicht en/of assertiviteit beschikt.
Uit het vorenstaande blijkt dat de klachtonderdelen zoals hiervoor onder 4.1.a. tot en met 4.1.e. weergegeven, anders dan de kamer heeft geoordeeld, alle gegrond zijn.