Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar, voor zover deze geen beslissing inhoudt op het verzoek van eiseres om een kostenveroordeling;
- veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte kosten in de bezwaarfase, zijnde € 218;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres in beroep tot een bedrag van € 765; en
- gelast dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 41 vergoedt.”
2.Feiten
C[a-straat] [huisnummer] (…)
3.Geschil in hoger beroep
4.Standpunten van partijen
5.Het oordeel van de rechtbank
Ingevolge artikel 8:75, eerste lid, van de Awb komen voor een proceskostenveroordeling in aanmerking de kosten die een partij redelijkerwijs heeft moeten maken. In de woorden “redelijkerwijs heeft moeten maken” wordt blijkens de memorie van toelichting bij dit wetsartikel (Tweede Kamer, 1991-1992, 22 495, nr. 3, bladzijde 154) tot uitdrukking gebracht dat niet slechts de kosten zelf redelijk moeten zijn om voor vergoeding in aanmerking te komen, maar ook dat het inroepen van rechtsbijstand redelijk moet zijn geweest. De rechtbank ziet in de enkele omstandigheid dat eiseres Privaat- en Fiscaal recht studeert echter geen aanleiding om te oordelen dat het inroepen van rechtsbijstand in het onderhavige geval niet redelijk was, immers een studerende is nog niet volleerd.
6.Beoordeling van het geschil
7.Kosten
8.Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank, doch uitsluitend wat betreft de beslissing met betrekking tot de hoogte van de vergoeding van de kosten in bezwaar en beroep;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot vergoeding van de kosten in bezwaar van belanghebbende tot een bedrag van € 121,50;
- veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten in beroep van belanghebbende tot een bedrag van € 792; en
- veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten in hoger beroep van belanghebbende tot een bedrag van € 243,50.