Uitspraak
13-524360-09
(zaak A)en 13-664093-11
(zaak B)tegen
Onderzoek van de zaak
Tenlasteleggingen
hij op of omstreeks 26 januari 2009 te Almere, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning (onder andere) heeft weggenomen
hij op of omstreeks 26 januari 2009 te Almere, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit de [adres 2] te Almere, heeft weggenomen een personenauto (merk Volkswagen, type Touareg, gekentekend [kenteken]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte(n), waarbij verdachte en/of zijn medeverdachte(n) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door de sleutel(s) van voornoemde personenauto uit een woning gelegen aan de [adres 2] te Almere weg te nemen en/of vervolgens voornoemde personenauto door gebruik making van voornoemde sleutel(s) te starten, in elk geval door middel van (een) valse sleutel(s).
Vonnis waarvan beroep
Bewezenverklaring
hij op 26 januari 2009 te Almere, tezamen en in vereniging met een anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een woning heeft weggenomen
hij op 26 januari 2009 te Almere, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit de [adres 2] te Almere, heeft weggenomen een personenauto (merk Volkswagen, type Touareg, gekentekend [kenteken]), toebehorende aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 1], waarbij verdachte en zijn medeverdachten het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door de sleutel van voornoemde personenauto uit een woning gelegen aan de [adres 2] te Almere weg te nemen en vervolgens voornoemde personenauto door gebruik making van voornoemde sleutel te starten.
Bespreking bewijsverweren in zaak A
19 augustus 2009 plaatsgevonden; in de verklaring bij de rechter-commissaris op 18 november 2010 heeft de verdachte deze bedreiging gedateerd rond mei 2009. [4]
er iets met die auto zou zijn gebeurd” en “
dat de verdachte met geen woord over die auto mocht reppen”. [5] Dit is door de verdachte kennelijk als bedreigend ervaren. Niet nader is aangeduid hoe de bedreiging heeft plaatsgevonden, waar dat is gebeurd, wie daar eventueel bij was, met wie hij daarover eventueel heeft gesproken, op welke wijze de bedreiging kracht is bijgezet, noch waarom de verdachte zozeer vreest voor zijn leven – en, zoals ter terechtzitting in hoger beroep aangevuld, dat van zijn familie – dat daarin een gegronde reden zou liggen geen nadere gegevens te willen verschaffen.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
€ 103.422,27, bestaande uit de kosten voor de begrafenis (€ 15.331,14), de condoleance (€ 12.117,51), herstel ruitbreuk (€ 773,62), sieraden en 2 handtassen ( € 80.000,=) en het weggenomen contante geldbedrag (€ 7.200,=).
€ 23.442,27. Verdachte is dan ook tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
17 (zeventien) jaren.
€ 23.422,27 (drieëntwintigduizend vierhonderdtweeëntwintig euro en zevenentwintig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 23.422,27 (drieëntwintigduizend vierhonderdtweeëntwintig euro en zevenentwintig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
152 (honderdtweeënvijftig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 7.055,50 (zevenduizend vijfenvijftig euro en vijftig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 7.055,50 (zevenduizend vijfenvijftig euro en vijftig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
70 (zeventig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.