Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant 1],
[appellant 2],
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Amsterdam, zijn appellanten [appellant 1] en [appellant 2] in hoger beroep gekomen tegen Varde Investments (Ireland) Limited. De zaak is ontstaan na een vonnis van de kantonrechter op 15 december 2010, waarin appellanten zijn veroordeeld tot betaling van een geldbedrag aan Varde. Appellanten hebben in hoger beroep gesteld dat zij ten onrechte niet-ontvankelijk zijn verklaard in hun hoger beroep door het hof in een eerder arrest van 4 oktober 2011. Dit arrest werd vernietigd door de Hoge Raad op 29 maart 2013, die oordeelde dat de omstandigheden die door appellanten zijn aangevoerd, zoals het niet ontvangen van een belangrijke brief van de advocaat van Varde, niet voor hun risico dienen te komen. Het hof heeft vastgesteld dat appellanten niet op de hoogte waren van de aanzegging van Varde en dat zij niet tijdig van grieven hebben gediend door een samenloop van omstandigheden, waaronder de ontoegankelijkheid van het roljournaal. Hierdoor zijn appellanten alsnog ontvankelijk verklaard in hun hoger beroep. Het hof heeft de zaak verwezen naar de rol voor het nemen van een memorie van grieven door appellanten op 17 december 2013. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken op 5 november 2013.