In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 13 juni 2013 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende, vertegenwoordigd door mr. J.J. Vetter, tegen de ontvanger van de Belastingdienst/Holland-Midden. De zaak betreft een aansprakelijkstelling voor loonbelasting en omzetbelasting. Het Hof heeft de aansprakelijkstelling voor loonbelasting vastgesteld op € 95.763, na een vermindering van € 11.097,33 van het eerder vastgestelde bedrag van € 106.861. Daarnaast is het bedrag aan omzetbelasting vastgesteld op € 404.202. De uitspraak van de rechtbank Haarlem, waartegen het hoger beroep was ingesteld, is gedeeltelijk vernietigd. Het Hof heeft de ontvanger veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die in totaal € 2.594 bedragen. Deze kosten zijn berekend op basis van de tarieven in het Besluit proceskosten bestuursrecht. De uitspraak is openbaar gedaan en belanghebbende kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. Het Hof heeft de ontvanger gelast het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 153 te vergoeden. De uitspraak is gedaan door een meervoudige belastingkamer, waarbij de voorzitter en de leden in tegenwoordigheid van de griffier de beslissing hebben genomen.