ECLI:NL:GHAMS:2011:BX3051

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
29 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.092.993/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsanering wegens eerdere regeling binnen tien jaar

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 29 november 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van appellante X tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling. Het verzoek was eerder door de rechtbank Haarlem afgewezen op 23 augustus 2011, omdat X binnen tien jaar na beëindiging van een eerdere schuldsaneringsregeling opnieuw een verzoek indiende. De eerdere regeling was van toepassing van 20 september 2005 tot en met 5 juni 2007 en beëindigd door homologatie van een akkoord.

Het hof heeft vastgesteld dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het verzoek van X moet worden afgewezen op grond van artikel 288 lid 2 sub d van de Faillissementswet (Fw). Dit artikel stelt dat een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt afgewezen indien minder dan tien jaar is verstreken sinds de beëindiging van een eerdere regeling. Het hof heeft ook bevestigd dat er geen van de drie uitzonderingssituaties van toepassing is die in de wet zijn genoemd, waardoor het verzoek alsnog zou kunnen worden ingewilligd.

De beslissing van de rechtbank is dan ook bekrachtigd, en het hof heeft geoordeeld dat er geen aanleiding is om af te wijken van de wettelijke bepalingen. Het arrest is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier, en er is een mogelijkheid tot cassatie binnen acht dagen na de uitspraak.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
DERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
ARREST van 29 november 2011 in de zaak met zaaknummer 200.092.993/01 van:
X,
APPELLANTE,
advocaat: mr. M.B. Meindersma te Beverwijk.
1. Het geding in hoger beroep
1.1 Appellante – hierna X – is bij op 29 augustus 2011 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift in hoger beroep gekomen van het vonnis van de rechtbank Haarlem van 23 augustus 2011 met rekestnummer 183289, waarbij het verzoek van X tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling is afgewezen.
1.2 Het hoger beroep is behandeld ter terechtzitting van 15 november 2011. Bij die behandeling is niemand verschenen. De raadsvrouwe van X heeft bij brief van 14 november 2011 verzocht de zaak op de stukken af te doen.
2. De gronden van de beslissing
2.1 De rechtbank heeft op de in de beslissing waarvan beroep vermelde gronden het verzoek van X om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling overeenkomstig artikel 288 lid 2 sub d van de Faillissementswet (Fw) afgewezen. Daartoe heeft de rechtbank overwogen dat ten aanzien van X eerder de schuldsaneringsregeling van toepassing is geweest, welke in juni 2007 tussentijds is geëindigd door het in kracht van gewijsde gaan van de homologatie van het aangeboden akkoord. Aldus staat vast dat het verzoek tot toelating van X gelegen is binnen tien jaar na beëindiging van de eerdere schuldsaneringsregeling.
2.2 In hoger beroep is het volgende gebleken.
2.2.1 Op X is van 20 september 2005 tot en met 5 juni 2007 de schuldsaneringsregeling van toepassing geweest. Deze eerdere regeling is beëindigd door homologatie van het door X aangeboden akkoord.
2.3 Bij de beoordeling van het verzoek stelt het hof voorop dat artikel 288 lid 2 sub d Fw een imperatieve afwijzingsgrond bevat, inhoudende dat het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt afgewezen indien minder dan tien jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoekschrift is ingediend, ten aanzien van de schuldenaar de schuldsaneringsregeling van toepassing is geweest. Een uitzondering op de regel wordt ingevolge het in genoemd artikellid bepaalde slechts gemaakt indien de toepassing van de schuldsaneringsregeling is beëindigd op grond van artikel 350 derde lid sub a of b Fw of op grond van artikel 350 derde lid sub d Fw, om redenen die de schuldenaar niet waren toe te rekenen. Eén en ander is bevestigd in de uitspraak van de Hoge Raad van 12 juni 2009 (LJN: BH 7357), in welke uitspraak ook de wetsgeschiedenis van de onderhavige bepaling is aangehaald.
2.4 De eerder op X van toepassing geweest zijnde schuldsaneringsregeling is in juni 2007 geëindigd door het in kracht van gewijsde gaan van het gehomologeerde akkoord. Gesteld noch gebleken is dat zich hier één van de drie uitzonderingssituaties voordoet die in de wet worden genoemd. De beslissing van de rechtbank wordt dan ook bekrachtigd.
3. De beslissing
Het hof:
- bekrachtigt het vonnis waarvan beroep.
Dit arrest is gewezen door mrs. C.C. Meijer, W.J. Noordhuizen en D.L.M.T. Dankers-Hagenaars en uitgesproken ter openbare terechtzitting van het hof van 29 november 2011 in tegenwoordigheid van de griffier.
Van dit arrest kan gedurende acht dagen na die van de uitspraak beroep in cassatie worden ingesteld door middel van een verzoekschrift in te dienen ter griffie van de Hoge Raad.