ECLI:NL:GHAMS:2009:BK1088

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 juli 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.007.443-01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faillissement van Hagee-Import B.V. en de steunvordering van Glashütter Uhrbetrieb GmbH

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 juli 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep over de faillietverklaring van Hagee-Import B.V. De vennootschap Glashütter Uhrbetrieb GmbH had verzocht om faillietverklaring van Hagee-Import, omdat deze volgens Glashütter in de toestand verkeerde dat zij had opgehouden te betalen. Glashütter had een vordering op Hagee-Import van € 59.119,65, die door een Duitse rechtbank was toegewezen. Hagee-Import had echter geen bedrijfsactiviteiten meer en er waren geen activa meer aanwezig, waardoor executie van het vonnis volgens Glashütter zinloos was. Het hof overwoog dat de steunvordering van Glashütter, die bestond uit een schuld van Hagee-Import aan haar moedermaatschappij, niet kon worden genegeerd. Hagee-Import had erkend dat zij deze schuld onbetaald liet, wat de conclusie versterkte dat zij in een toestand verkeerde van niet kunnen betalen. Het hof oordeelde dat het faillissement van Hagee-Import niet zinloos was, ondanks het feit dat het een lege vennootschap betrof. Het hof vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die het verzoek tot faillietverklaring had afgewezen, en verklaarde Hagee-Import in staat van faillissement. Tevens benoemde het hof een rechter-commissaris en een curator voor de afhandeling van het faillissement.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
ARREST van 11 juli 2008 in de zaak met
zaaknummer 200.007.443/01 van:
de vennootschap naar het recht van haar plaats van vestiging GLASHÜTTER UHRBETRIEB GmbH,
gevestigd te Glashütte, Sachsen, BRD,
APPELLANTE,
procureur: mr. H.M. Hielkema,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid HAGEE-IMPORT B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
GEÏNTIMEERDE,
procureur: mr. C.J. van Raam.
1. Het geding in hoger beroep
1.1. Appellante – Glashütter – is bij op 11 juni 2008 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift in hoger beroep gekomen van de beslissing van de rechtbank te Amsterdam van 3 juni 2008 met rekestnummer 397137/FT-RK 08.659, waarbij het verzoek van Glashütter tot faillietverklaring van geïntimeerde – Hagee-Import - is afgewezen.
1.2. Het hoger beroep is behandeld ter terechtzitting van 1 juli 2008. Ter zitting is namens Glashütter mr. S.G. Ong, advocaat te Eindhoven, verschenen. Namens Hagee-Import is mr. Van Raam voormeld verschenen, vergezeld van X.
2. De gronden van de beslissing
2.1. Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting in hoger beroep is het volgende gebleken.
2.2. Glashütter heeft aan haar verzoek tot faillietverklaring van Hagee-Import het volgende ten grondslag gelegd.
Bij beslissing in hoger beroep van 29 maart 2007 van het Oberlandesgericht Dresden is Hagee-Import veroordeeld tot betaling aan Glashütter van een bedrag van € 59.119,65, met rente en kosten. Bij beschikking van 5 juli 2007 van de voorzieningenrechter te Amsterdam is de beslissing in Nederland uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Bij exploot van 14 september 2007 heeft de deurwaarder genoemde beslissing aan Hagee-Import betekend en heeft hij bevel tot betaling gedaan van een bedrag van € 84.340,20 (inclusief rente en kosten). Bij brief van 20 september 2007 heeft X de deurwaarder meegedeeld dat Hagee-Import eind 2006 haar bedrijf heeft gestaakt en dat er geen activa meer zijn, zodat executie van het vonnis zinloos is. Hagee-Import verkeert volgens Glashütter in de toestand dat zij heeft opgehouden te betalen, nu zij geen bedrijfsactiviteiten meer ontplooit, zodat er geen revenuen meer binnenkomen en er dan ook geen betalingen meer te verwachten zijn. Daarnaast zijn er volgens Glashütter meerdere vorderingen, die Hagee-Import niet voldoet. Ter ondersteuning van dit standpunt heeft Glashütter een balans van Hagee-Import overgelegd over het boekjaar 2007. Daaruit blijken onder meer schulden aan de ABN-Amrobank – de bank – ad € 143.727,42 en de moedermaatschappij Handelsmaatschappij Hagee B.V. – moedermaatschappij Hagee – ad € 286.519,07.
2.3. Hagee-Import heeft de vordering van Glashütter niet betwist, maar ontkent dat zij in de toestand verkeert te hebben opgehouden te betalen. De door Glashütter gesteld steunvorderingen kunnen in haar visie niet als zodanig gelden. Hagee-Import was vanaf 1975 een bloeiend bedrijf, maar heeft in de laatste jaren verliezen geleden, hetgeen resulteerde in een negatief eigen vermogen. Dit is gefinancierd door middel van een schuld aan moedermaatschappij Hagee. Zowel moedermaatschappij Hagee als Hagee-Import zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de desbetreffende schuld aan de bank. Deze schuld wordt door moedermaatschappij Hagee afgelost. Daar moedermaatschappij Hagee voldoende verhaal biedt, vordert de bank deze schuld niet van Hagee-Import. De bank heeft volgens Hagee-Import uitdrukkelijk te kennen gegeven deze schuld ook niet als steunvordering te willen laten gebruiken. Voorts is moedermaatschappij Hagee niet van plan om haar vordering ter zake bij Hagee-Import te innen, zodat deze eveneens niet als steunvordering kan worden aangemerkt. Voor het overige heeft Hagee-Import negatieve posten op genoemde balans betwist dan wel gesteld dat één van deze posten een verrekenpost is.
2.4. Het hof overweegt als volgt.
Summierlijk is van het vorderingsrecht van Glashütter ten aanzien van Hagee-Import gebleken. Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of Hagee-Import verkeert in de toestand dat zij heeft opgehouden te betalen. Dienaangaande geldt het volgende. Hagee-Import heeft niet ontkend dat zij een schuld aan moedermaatschappij Hagee heeft, die zij onbetaald laat. Dat moedermaatschappij Hagee er voor heeft gekozen die schuld niet op te eisen, maakt niet dat de schuld niet als steunvordering kan gelden. Niet is gebleken dat moedermaatschappij Hagee het desbetreffende bedrag aan Hagee-Import heeft geschonken dan wel alsnog zal schenken. Ook valt niet in te zien dat de schuld aan de bank niet als steunvordering kan gelden. Gebleken is dat de vordering van Glashütter opeisbaar is, welke vordering Hagee-Import onbetaald laat – ter zitting in hoger beroep heeft Hagee-Import nog eens bevestigd niet tot betaling te zullen overgaan – en dat er steunvorderingen zijn. Summierlijk is dan ook gebleken dat Hagee-Import verkeert in de toestand dat zij heeft opgehouden te betalen. Het feit dat zij een lege vennootschap is, waarin thans geen bedrijfs-activiteiten worden ontplooid, maakt het niet zinloos het faillissement van Hagee-Import uit te spreken. Van een belang van Glashütter bij het verzoek tot de faillietverklaring van Hagee-Import is in voldoende mate gebleken.
2.5. Gelet op het voorgaande zal de uitspraak waarvan beroep worden vernietigd en het verzoek van Glashütter alsnog worden toegewezen.
3. De beslissing
Het hof:
vernietigt de uitspraak waarvan beroep;
verklaart de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Hagee-Import B.V., gevestigd te Amsterdam, in staat van faillissement;
benoemt tot rechter-commissaris mr. K.D. van Ringen, rechter in de rechtbank Amsterdam;
stelt tot curator aan mr. M. Jasper, Certa Legal Advocaten, Keizersgracht 620, 1017 ER Amsterdam, telefoon 020-5216699;
geeft last aan de curator tot het openen van de aan de schuldenares gerichte brieven en telegrammen.
Dit arrest is gewezen door mrs. A.D.R.M. Boumans, S. Clement en R.J.Q Klomp en uitgesproken ter openbare terechtzitting van het hof van 11 juli 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.
Van dit arrest kan gedurende acht dagen na die van de uitspraak beroep in cassatie worden ingesteld door middel van een verzoekschrift in te dienen ter griffie van de Hoge Raad.