ECLI:NL:GHAMS:2008:BD9375
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J.P.A. Boersma
- F.H.M. Possen
- J.W. Zwemmer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen met betrekking tot buitenlandse werkzaamheden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de inspecteur van de Belastingdienst tegen een uitspraak van de rechtbank Haarlem. De belanghebbende, die in 2002 in Nederland woonde en werkte, had bezwaar gemaakt tegen een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen die was opgelegd door de inspecteur. De aanslag was gebaseerd op een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 35.252 en een bedrag van € 7.552 aan premie volksverzekeringen. De belanghebbende had in dat jaar in het buitenland gewerkt, onder andere in India en Italië, en had een E101-verklaring aangevraagd en ontvangen, die hem onder bepaalde voorwaarden vrijstelling van premie volksverzekeringen zou kunnen geven.
De rechtbank had het beroep van de belanghebbende gegrond verklaard en de aanslag verminderd, maar de inspecteur ging in hoger beroep. Het hof oordeelde dat de omstandigheden met betrekking tot de buitenlandse werkzaamheden te wisselend waren om te concluderen dat er sprake was van te honoreren vertrouwen dat de heffing van premie volksverzekeringen achterwege zou blijven. Het hof vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak van de inspecteur ongegrond.
Het hof benadrukte dat de inspecteur zijn standpunt ten aanzien van de premieheffing niet zonder meer kon baseren op eerdere jaren, gezien de wisselende omstandigheden. De belanghebbende kon zich beroepen op het door de inspecteur gewekte vertrouwen, maar dit was niet voldoende om de aanslag over 2002 te verminderen. De inspecteur had niet aangetoond dat de belanghebbende op de hoogte was van de implicaties van de E101-verklaring, en het hof oordeelde dat de inspecteur niet had voldaan aan zijn bewijslast. De uitspraak van de inspecteur werd bevestigd, en de belanghebbende werd in het ongelijk gesteld.