ECLI:NL:GHAMS:2008:BD7041
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening ex artikel 287 lid 4 Fw met betrekking tot huur en ontruiming
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 juli 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening op basis van artikel 287 lid 4 van de Faillissementswet (Fw). De zaak betreft een geschil tussen de woningbouwvereniging 'Het Oosten' en de huurder [X], die een verbod op ontruiming van zijn woning aan de Jan Maijenstraat 7 III te Amsterdam verzocht. De rechtbank had eerder het verzoek van [X] toegewezen, maar het hof heeft deze beslissing vernietigd.
Het hof overweegt dat de verhuurder, 'Het Oosten', niet als belanghebbende is opgeroepen in de procedure, wat volgens het hof niet in strijd is met de wet. De wet vereist niet dat belanghebbenden worden gehoord in deze specifieke procedure, en het hof benadrukt dat de spoedeisendheid van de voorlopige voorziening voorop staat. Het hof stelt vast dat de huurder [X] herhaaldelijk in gebreke is gebleven met het betalen van huur en dat er geen overtuigende bewijsstukken zijn overgelegd die zijn stelling ondersteunen dat hij recentelijk huur heeft betaald of dat hij binnenkort een vast arbeidscontract zal hebben.
De beslissing van het hof is dat het verzoek van [X] tot het verbieden van de ontruiming wordt afgewezen. Het hof oordeelt dat het belang van de verhuurder om de huurovereenkomst te ontbinden en de ontruiming door te zetten, zwaarder weegt dan het belang van [X] om in zijn woning te blijven. Het hof concludeert dat er onvoldoende gronden zijn voor het toewijzen van de gevraagde kostenveroordeling en wijst het verzoek van [X] af.