ECLI:NL:GHAMS:2006:AX0341
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- O.B. Onnes
- C. Schaap
- P.M.F. van Loon
- Rechtspraak.nl
Gebruik van onroerende zaak in aanbouw en WOZ-beschikking
In deze zaak gaat het om de vraag of belanghebbende, een projectontwikkelingsmaatschappij, op 1 januari 2003 gebruik maakte van een onroerende zaak, een kantoorgebouw in aanbouw, voor de toepassing van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De onroerende zaak, gelegen aan de A-weg 1 te Amsterdam, was op de peildatum voor ongeveer 75% gereed. De WOZ-beschikking, die aan belanghebbende was bekendgemaakt, stelde haar aan als gebruikster van het object en bepaalde de WOZ-waarde op € 39.292.000. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze beschikking, maar dit werd ongegrond verklaard door de heffingsambtenaar.
Het Gerechtshof Amsterdam oordeelde dat belanghebbende op de peildatum het object gebruikte in de zin van artikel 24, derde lid, onderdeel b, van de Wet WOZ. Het Hof stelde vast dat belanghebbende op 1 januari 2003 de grond en de daarop in aanbouw zijnde werken gebruikte voor het stichten van een kantoorgebouw, ongeacht het feit dat het gebouw later voor verhuur bestemd was en op dat moment nog niet volledig was opgeleverd. Het Hof verwierp de stelling dat de toekomstige gebruiker van het gebouw als de feitelijke gebruiker moest worden aangemerkt, en concludeerde dat de beschikking terecht was genomen en aan belanghebbende bekendgemaakt.
De uitspraak van het Hof werd op 28 april 2006 gedaan door een meervoudige kamer, en het beroep van belanghebbende werd ongegrond verklaard. De proceskosten werden niet toegewezen, aangezien belanghebbende in het ongelijk werd gesteld. Tegen deze uitspraak staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden.