ECLI:NL:CRVB:2025:932
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om met behoud van een Wajong-uitkering buiten Nederland te gaan wonen
In deze zaak gaat het om de afwijzing van een verzoek van betrokkene om met behoud van zijn Wajong-uitkering naar het buitenland te verhuizen. Betrokkene, die sinds 2011 een Wajong-uitkering ontvangt, heeft meerdere verzoeken ingediend bij het Uwv om zijn uitkering te exporteren. Het Uwv heeft deze verzoeken afgewezen, onder andere omdat er geen uitzonderlijke situatie was die toepassing van de hardheidsclausule rechtvaardigde. Betrokkene heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij afhankelijk is van de zorg van zijn moeder, die naar Hongarije wil verhuizen. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat het Uwv terecht heeft besloten om de uitkering niet door te betalen bij verhuizing naar het buitenland. De Raad heeft vastgesteld dat er geen zwaarwegende redenen zijn om de hardheidsclausule toe te passen en dat de afwijzing van het verzoek van betrokkene in stand blijft. De Raad heeft ook geoordeeld dat er geen sprake is van een schending van artikel 8 van het EVRM, aangezien de keuze om naar het buitenland te verhuizen aan betrokkene zelf was.